archief / downloads

Achtergrondartikel: Een wandeling door het Stadswandelpark…

Een wandeling door het Stadswandelpark…

In gesprek met Tom van Duuren en Alex Verkooijen

Bij een stadspark stellen we ons een fraai en opgeruimd park voor, met mooie oude bomen, strakke paden en fraaie, gemaaide gazons. Wellicht gaat die veronderstelling terug op het oude idee van de hortus conclusus: de ommuurde, aangelegde tuin als verbeelding van de overwinning van de mens op de natuur. Inderdaad, we zetten parken naar onze hand en gebruiken ze tegelijkertijd steeds intensiever. Ook het Stadswandelpark is steeds vaker het sprookjesachtige decor voor drukbezochte evenementen. Maar wat betekent dit voor de ecologie van het park? 

 

Het was een kille en grijze ochtend in februari dat ik met Tom van Duuren en Alex Verkooijen door het Stadwandelpark wandelde (1). Tom en Alex zijn allebei boomdeskundigen en erg betrokken bij de Eindhovense stadsnatuur. We ontmoetten elkaar bij het Stadspaviljoen, een in steen gestolde herinnering aan de begindagen van het park. Het paviljoen deed ooit dienst als koesthuis en is nu een drukbezochte horecagelegenheid. De herrie van een aantal bladblazers overstemde onze begroeting. We keken elkaar bedenkelijk aan en gingen op pad.

‘Eigenlijk gebeurt hier iets wat eigenlijk niet goed is voor het park’, vertelt Alex. Ik begreep niet meteen wat hij bedoelde en keek hem vragend aan. ‘Kijk, als we aan een stadspark denken, denken we eigenlijk vanzelfsprekend aan een strak en aangeharkt park. Echter, door het verwijderen van de bladeren verstoren we feitelijk de ecologie. Het zou beter zijn als we dat boomblad laten liggen. Daar kunnen dan ook weer beestjes in en rond leven en dat bevordert een natuurlijke kringloop. Maar gebruikers van een park verwachten een opgeruimd park, zeker als straks weer het voorjaar komt. Dan willen ze in het kort gemaaide gras liggen.’

We lopen ondertussen naar een prachtige ‘rode treurbeuk’ en passeren daarbij een aanhangwagen gevuld met bruine boombladeren. De takken van de ‘treurende’ boom hangen gracieus naar beneden en vormen als het ware een soort dak van een levende hut. We duwen een paar taken opzij en staan met zijn drieën onder de boom: ‘Is dit niet prachtig voor spelende kinderen?’, begint Tom: ‘Als de boom in de zomer vol in blad staat is dit toch een ideale verstopplek voor kinderen die verstoppertje spelen…’ Er ligt echter onder de boom geen enkel blad. Alles is er weggeblazen en opgeruimd.

Bij de beuk staan nog een paar prachtige monumentale bomen zo’n 25-30 meter hoog. We bekijken er een paar en praten over de groei en leeftijd van de bomen. ‘Zou je aan de dikte van de boom kunnen zien hoe oud die is?’, vraag ik nieuwsgierig. Tom denkt even na en vertelt vervolgens dat er een zeker een relatie is tussen dikte en ouderdom: ‘Maar er spelen meer factoren’ vervolgt hij: ‘Hoe is de bodemgesteldheid? Is deze voedingsrijk of niet? Welke soort boom is het? Er zijn soorten die sneller groeien dan andere.’ ‘Maar leeftijd schatten blijft moeilijk’, weet Alex, ‘Onlangs hebben we een Hongaarse eik moeten opruimen waarvan we dachten dat deze veel ouder was. Maar bij het natellen van de jaarringen bleek de boom aanzienlijk jonger.’ Nieuwsgierig naar de oudste bomen in het park vertelt Alex dat een groot aantal zomereiken in het park in 1910 is geplant.

Zomereiken in het park.

Terwijl we verder lopen en enkele boomsilhouetten bekijken komen de zorgen over de toekomst van het park weer ter sprake: ‘Die boom is aan het “terugsterven”. Hij groeit niet meer en wordt als het ware kleiner. Ook doordat de dode takken er uit gesnoeid worden’, licht Tom toe. ‘Het beheer, zoals we dat nu doen’, vervolgt Alex, ‘maakt het park alleen maar armer. We halen de bladeren weg, we snoeien de rotte takken uit de boom, en ruimen die ook nog op. En, bedenk daarbij dat we zo’n park als dit ook erg intensief gebruiken. Er zijn festivals, er is muziek en er is vrijmarkt tijdens Koningsdag. Soms zijn er zware vrachtwagens die door hun gewicht de bodem aandrukken, en ga zo maar door. Kijk, de gemeente zorgt er voor dat een park schoon en veilig is. Daarvoor worden vaak langlopende contacten afgesloten met partijen die het onderhoud doen. Het park ligt er dan voor het oog mooi en opgeruimd bij, maar feitelijk verarmen door het opruimen we de natuur, de ecologie.’

‘Bij een monumentaal, ontworpen park denk ik toch vooral toch aan strakke paden, mooie solitaire bomen, en strak gemaaide recreatieweides’, breng ik in. Alex: ‘We zullen toch moeten gaan wennen aan een meer rommeliger, natuurlijker park. Ik begrijp ook wel dat een park geen bos is, maar we zullen toch moeten kijken hoe we de natuur, beter gezegd de ecologie, in een park meer ruimte kunnen geven.’

Tom valt Alex bij: ‘In het Stadswandelpark zie je verschillende visies op park en landschap terug. Er hebben verschillende landschapsontwerpers aan gewerkt: Springer, Tersteeg, Fontaine. Tegelijk zijn we toe aan een nieuwe visie op parkbeheer en -onderhoud. Dat zou meer ecologisch moeten, zonder de ontwerpen en cultuurhistorie te kort te doen.’

Terwijl ik in mijn ooghoek een eekhoorn zie wegspringen laat Tom ons de luchtwortels zien van de moerascipres, een boom die ook voorkomt in de mangroves van Florida. We staan aan de oever van de vijver in het park, en kijken uit op de Alberdingk Thijmlaan en de Rondweg (Ring). ‘Het zou mooi zijn als in het park niet alleen de natuur meer ruimte krijgt, maar ook dat er verbindingen worden gemaakt met bijvoorbeeld de Dommelvallei. Dan ontstaat er een ecologische verbinding die zich uitstrekt helemaal naar België. Een groene zone die diep in het hart van de stad doordringt’, vertelt Alex, die weet dat de plannen voor een faunapassage onder de weg naar Genneper Parken en Tongelreep momenteel worden uitgewerkt.

De Totem: een dode boom, maar vol leven.

We wandelen verder en bekijken een paar bomen, solitair op een gazon. Ze staan er wat mistroostig bij. Tom wijst op de wonden onder aan de stam, veroorzaakt door een grasmaaier. Hij vertelt over het belang van Frans Fontaine als boomdeskundige en landschapsontwerper voor de stad Eindhoven, en wijst op een paar fraaie bomen verderop: ‘Aan hem hebben we we de enorme rijkdom aan boomsoorten te danken… de magnolia, meidoorns, de Chinese treurwilg…’

Eindhoven toont ambitie en groeit. Steeds meer bewoners maken gebruik van de parken in de stad. Ook het Stadwandelpark is steeds vaker het sprookjesachtige decor voor drukbezochte evenementen. ‘Dat leidt tot tal van dilemma’s’, besluit Alex, ‘We moeten nadenken over hoe monumentaliteit, beheer en ecologie met elkaar in harmonie komen. We moeten in gesprek met de stadsbewoners over hun verwachtingen en wensen. Hoe gaan we het beheer en onderhoud van parken en stedelijk groen organiseren? Een duurzaam en toekomstbestendig park is een ecologisch park, en daarmee ook wat minder strak en aangeharkt…’

Tekst: Rene Erven

  1. De wandeling door het Stadswandelpark vond plaats op 12 februari 2019. Alex Verkooijen is beleidsadviseur groen en bomen van de gemeente Eindhoven. Tom van Duuren is met Van Duuren Bosbeheer actief in bos- en boombeheer in en rond Eindhoven. René Erven is voorzitter Comité Open Monumentendag Eindhoven.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox