archief / downloads

Verslag: Slimme stedelijke mix / Smart urban mix (startbijeenkomst)

Slimme stedelijke mix

Waarom is de nabijheid van gemixt wonen, leren en werken belangrijk én urgent? Met die vraag lanceerde Eric Frijters* op donderdag 23 september het nieuwe jaarprogramma van Architectuurcentrum Eindhoven. Hij is het komende jaar gastprogrammamaker en gaat samen met het publiek het thema slimme stedelijke mix onderzoeken. Zijn stelling is dat een mix van wonen, werken en produceren niet alleen een aantrekkelijk leefmilieu oplevert, maar dat de organisatie van deze functies in elkaars nabijheid ook duurzaamheidskansen biedt…

 

De krachten die in de 20eeuw tot verstedelijking hebben geleid waren centrifugaal. Steden dijden, zeker na de Tweede Wereldoorlog, uit door de aanleg van enorme uitbreidingswijken. Belangrijk kenmerk van deze uitbreidingen is de scheiding van functies. Steden kregen monofunctionele woonwijken, recreatiezones, bedrijvenparken en industriegebieden met elkaar verbonden door autowegen.

In de 21eeuw zijn deze krachten tegengesteld. Elementen trekken juist naar de kernen: de stedelijke centra. De energie die de economie van de 21e-eeuw voortstuwt komt voort uit ‘connectiviteit’, netwerkverbindingen, goede infrastructuur (mobiliteit) maar zeker ook stedelijke aantrekkelijkheid. De concurrentiestrijd om talent noodzaakt steden om een urbaan ecosysteem vorm te geven dat toegesneden is op de kenniseconomie: met een bruisende stadscultuur, aantrekkelijke ontmoetingsplekken, goede scholen, musea, groen en schone lucht.

Om internationaal mee te blijven doen is het dan ook voor Brainport Eindhoven van belang om internationale kenniswerkers en toptalent te werven. Eindhoven heeft de afgelopen jaren het grijze en suffe stadsimago definitief van zich afgeschud. De stad is, in de woorden van supervisor Winy Maas, ‘cool’ geworden. Met het beschikbaar komen van veel lege fabriekspanden en -gebieden ontstonden er broedplaatsen met uiteenlopende creatieve ondernemers. Ze zorgden voor bedrijvigheid en reuring bijvoorbeeld door de organisatie van festivals en events. In een enkel geval ontstonden er ook nieuwe, en succesvolle bedrijven die profiteerden van de nabijheid van kennis, kapitaal en kunde.

Echter, in ons streven om de stad te transformeren in een aantrekkelijke woon- en werkomgeving, is de industrie verdreven naar de stadsranden of zelfs naar lagelonenlanden. De stad is veranderd in een plaats van consumptie, zonder productie. ‘Dat is problematisch’, zoals de samenstellers van de expositie A Good City Has Industry in het Brusselse Bozar stelden. Want de schaarser wordende ruimte wordt opgeslokt door nieuwe loodsen en productiegebouwen én door het verplaatsen van de industrie naar de randen van de stad nemen het verkeer en de energieconsumptie enorm toe.

Tegelijkertijd staat Nederland aan de vooravond van grote ruimtelijke uitdagingen: de klimaatopgave, de energietransitie, het circulair maken van de economie en niet in de laatste plaats de veelbesproken woningbouwopgave. Verdichting van het huidige stedelijke weefsel met een slimme mix aan wonen, werken én produceren is niet alleen een cruciaal aandachtpunt, het biedt volgens Frijters ook kansen: ‘Een slimme mix van woon- en werkfuncties in elkaars nabijheid biedt ook duurzaamheidskansen.’

Nu al stijgen de kosten van grondstoffen, materialen en energie. Bovendien zullen lange transportketens de prijs van producten opdrijven en worden milieuwetten strenger. Materiaalresten, afval en restwarmte worden belangrijke bouwstenen voor de economie van morgen. Dit biedt mogelijkheden voor kortere en gesloten productieketens. Deze circulaire ketens zijn het meest kansrijk op plaatsen waar veel mensen bij elkaar wonen en werken: in en rond de stad.

Verdichting biedt meer voordelen. Het leidt tot een efficiënte benutting van de bestaande infrastructuur in de stad en de versterking van het draagvlak voor stedelijke voorzieningen en openbaar vervoer. Bovendien blijkt de sterke groei van de automobiliteit sinds 2000 voorbij, waardoor de middelpuntvliedende kracht die de auto op de stedelijke ontwikkeling heeft verdwijnt.

Een goed samengestelde combinatie van stedelijke functies in elkaars nabijheid, zo is de hypothese van dit jaarprogramma, zal leiden tot een beter circulair stedelijk metabolisme. En, een beter functionerend stedelijk metabolisme leidt tot een verkleining van de ecologische voetafdruk (de hoeveelheid productieve grond- en wateroppervlakte die een bepaalde stad gebruikt om zijn consumptieniveau te kunnen handhaven en zijn afvalproductie te kunnen verwerken). En niet onbelangrijk: de diversiteit van economische activiteiten én banen leidt tot een robuuste stedelijke economie. Met andere woorden: een compacte en slim gemengde stad is een duurzame stad.

Om die stelling te illustreren toonde Frijters enkele inspirerende voorbeelden. Het meest tot de verbeelding sprak het project Porte de la Chapelle in Parijs (afbeelding). Hier is een voormalig rangeerterrein van de Franse spoorwegen getransformeerd in het wat de Fransen een ‘Hôtel Logistique’ noemen: een grootschalig overslagpunt voor voedingsmiddelen, meubels, mode en andere e-commerce producten, dat door meerdere distributiebedrijven tegelijk gebruikt wordt.

Goederen komen via het spoor aan met een shuttletrein vanuit een groot distributiecentrum bij Lille. Het laatste stukje in de distributieketen vindt plaats met behulp van elektrische voertuigen. Vanaf 2024 zijn in Parijs oude of nieuwe dieselvoertuigen niet meer toegestaan en mogen vanaf 2030 alleen emissieloze ­auto’s en -vrachtwagens zich nog binnen de Boulevard Périphérique begeven.

Bovenop het overslagpunt is plaats voor sport, kantoren, woningen, woon-werk units en stadslandbouw. Een datacenter in de kelder levert restwarmte aan woningen en kassen. Het project functioneert ook als katalysator voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de hele wijk. Hier wonen 25 duizend inwoners op krap anderhalve vierkante kilometer. De wijk stond bekend als gevaarlijk en crimineel met heeft met de bouw van Chapelle International een positieve impuls gekregen, met als gevolg dat de huizenprijzen in de buurt  inmiddels omhoog zijn geschoten.

Dat een mix van wonen, werken en ook produceren tot vitale en levendige nieuwe wijken leidt in ook zichtbaar in Eindhoven, zoals bij de herontwikkeling van Strijp-S en, meer recent, het NRE-terrein. Ook belangrijke ontwikkeling Internationale KnoopXL (Fellenoord) zet in op een mix van functies met onder meer wonen, makerspaces, ruimte voor startups en een kwalitatief hoogwaardige publieke (ontmoetings)ruimte.

Echter, vooralsnog is er nauwelijks onderzoek gedaan naar de ideale en mix van wonen, werken en circulair produceren, bijvoorbeeld met het oog op hergebruik reststromen, energie, warmte. Hoe grijpen deze in elkaar en kunnen ze elkaar versterken? Frijters wil deze opgave – het mixen van stedelijke functies in elkaars nabijheid – met het publiek van Architectuurcentrum Eindhoven en de gemeente bevragen. Welke functies vullen elkaar goed aan en welke niet? Welke juridische regels zijn er en wat betekent dat voor de ruimtelijke ontwikkeling? Hoe kijken ondernemers naar deze problematiek? Hoe kunnen ook kringlopen (materiaal, energie) worden gesloten binnen een verdicht stedelijk gebied? Wat is daar voor nodig?

De komende bijeenkomsten gaat hij met uiteenlopende experts en ondernemers in gesprek om de aspecten te verkennen die samenhangen met het scheiden dan wel combineren van stedelijke functies. Dit inventariserende onderzoek vormt de basis voor een verbeeldende verkenning die moet uitmoeten in een inspiratiecatalogus.

*Eric Frijters is architect en onderzoeker. Hij is samen met Olv Klijn oprichter van het in Amsterdam gevestigde ontwerp- en onderzoeksbureau FABRICations. Hij is daarnaast lector Future Urban Regions (FUR) aan de Nederlandse Academies van Bouwkunst. Het lectoraat onderzoekt stedelijke (eco)systemen en vernieuwende ontwerpmiddelen voor de bestaande stad.

De startbijeenkomst Slimme stedelijke mix / Smart urban mix met Eric Frijters vond plaats op donderdag 23 september 16.00-18.00 uur. Verslag: Rene Erven, 11 oktober 2021.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox