archief / downloads

Verslag: Buitenkans bijeenkomst 2/5

Een win-winsituatie…

Brabant en de Belgische Kempen kennen een groot aantal beeldalen. In de jaren zestig en zeventig zijn veel van deze stromen onder invloed van de schaalvergroting van de landbouw gekanaliseerd. Ze hebben daarmee hun ‘sponswerking’ verloren, die juist nu door de klimaatverandering zo belangrijk is. Waterschappen zijn volop bezig met het weer klimaatrobuust maken van deze beekdalen. In het Brabantse Zundert is deze opgave gekoppeld aan woningbouwontwikkeling De Tuinderij, die grenst aan het stroomgebied van de Kleine Beek. Dit voorbeeld riep een interessante vraag op: is woningbouw in of bij de Brabantse beekdalen wenselijk als deze bijdraagt aan een duurzamere waterhuishouding, het herstel van biodiversiteit en meer recreatie?

 

Deze vraag werd door de gasten van de tweede Buitenkans-bijeenkomst met ‘nee’ beantwoord. Bouwen in beekdalen is namelijk geen vanzelfsprekende optie. Technisch is het mogelijk, maar historisch gezien is het ooit gebeurd. En, dat heeft natuurlijk een reden. Beekdallandschappen zijn van nature nat en moerassig. Echter, de onderliggende gedachte, het zoeken naar integratie van opgaven en daarmee de creatie van maatschappelijke meerwaarde, werd wel door iedereen onderschreven.

Samen waarde creëren

De zoektocht naar zowel economische, maatschappelijke én ecologische meerwaarde is niet alleen een belangrijke, maar ook een urgente uitdaging. Dat maakte de eerste gast, Cees Anton de Vries, meteen duidelijk met het verontrustende nieuws dat uit metingen van het Waterschap blijkt dat het grondwater de beken niet meer voedt. De waterstroom beweegt de andere kant uit. Met andere woorden: het water loopt weg uit de beken. De seinen staan op rood. Er moet is gebeuren. Dat is wel duidelijk.

De Vries is directeur van Origame, een adviesbureau op het gebied van duurzaamheid en nieuwe economie. Hij is eveneens betrokken bij het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland. Binnen dit programma wordt er werk gemaakt van een meer samenhangende, gebiedspecifieke benadering van onder meer landbouw, natuur, milieu, kwaliteit van leefomgeving en water. Een benadering waarin bestuurslagen samenwerken, met elkaar én met andere maatschappelijke partijen.

Hij besprak de het pilotproject ‘Aa of Weerijs’ waarin hij die samenhangende en gebiedspecifieke benadering toepast. De Aa of Weerijs is een beek ten zuiden van Breda. Van oudsher woonde de lokale bevolking er met de rug naartoe. Alle leven was feitelijk op de straat gericht. Ten behoeve van de landbouw werd deze waterloop in 1967 gekanaliseerd. Er zijn stuwen geplaatst om de waterafvoer te verbeteren. Sindsdien is deze streek rond Zundert uitgegroeid tot een belangrijke producent van zacht fruit. Bovendien is er ook een groot aantal boomkwekers actief. Sectoren die sterk afhankelijk zijn van water. De Aa of Weerijs speelt daarin een cruciale rol.

Echter, door de droge, hete zomers van de afgelopen jaren is iedereen er inmiddels van doodrongen dat een nieuwe koers noodzakelijk is. Het wordt noodzakelijk om het water in tijden overschot te bufferen, zodat er bij langdurige droogte voldoende water beschikbaar blijft. De Vries zet in op een integrale benadering waarbij ondernemers en burgers samen aan zet zijn, en dat vergt een ander werkproces. ‘We moeten samen proactief waarde gaan toevoegen en daarmee het gebied vitaler maken’, stelt hij: ‘dan maken we kans dat de economie, de natuur en het woonklimaat krachtiger worden.’

De Vries ziet daar een belangrijke rol voor ontwerpers. Want die integratie van opgaven en daarmee ook van belangen vergt heel wat verbeeldingskracht. Kracht die nodig is om betrokkenen over hun eigen particuliere belang heen te laten kijken en te zoeken naar een win-winsituatie. Ontwerpers kunnen nadenken over systemen, alternatieve verdienmodellen én ze kunnen de processen die daarvoor nodig zijn verbeelden, aldus De Vries.

Wonen in een beekdal of wonen met natuur?

De volgende gasten, Paul Kersten en Marcel Eekhout, bespraken een inspirerende voorbeelden waarin ruimtelijke ontwikkeling én natuurontwikkeling samen belangrijke uitgangpunten vormden. Met name bij infrastructurele projecten komen en budgetten beschikbaar voor natuurherstel en -ontwikkeling. Kersten, landschapsarchitect en partner bij wUrck, illustreerde dat onder meer met het ontwerp voor de noordwestelijke randweg (N638) in Zundert. Hier heeft wUrck parallel aan een nieuwe provinciale weg een landschapspark ontworpen dat inmiddels een aantrekkelijk en waardevol verblijfsgebied is voor mens en natuur.

Dit project vormde ook de aanleiding voor het landschapsontwerp aan de andere kant van deze randweg, waar het project De Tuinderij wordt gerealiseerd. Ook hier had het waterschap een enorme ambitie om de beekdalen te verbeteren, wUrck werd ook hier uitgenodigd om een ontwerp te maken. Kersten is kritisch over dit project omdat de woonwijk op een traditionele manier bouwrijp is gemaakt, namelijk door het ophogen van de bouwgrond. Hier is dus hetzelfde gebeurd als in de landbouw: draineren, ophogen en water snel afvoeren. Bovendien wordt ook vrij traditionele architectuur wordt gerealiseerd, stelde Kersten. Dat heeft eigenlijk niets met bouwen, en wonen, in een beekdal te maken. Wat je doet is natuur maken, want dat gaat erg snel, naast een traditionele woonwijk.

Kersten stelde aan het eind van zijn bijdrage de kernvraag: ‘Wat willen we doen? ‘Gaan we echt een wijk in een beekdal maken? Wat is dan een beekdal? Gaan we daarmee ook de meanderende beek terugbrengen en de natuurlijke sponsorwerking herstellen, of gaan we een robuust systeem met natuur en water maken?’ En, vervolgens welke economische dragers heb je nodig om dat ook daadwerkelijk te realiseren. Kersten ziet dat bij de aanleg van infrastructuur en woningbouw er financiële middelen voorhanden zijn. Hij vraagt zich wel af of vergelijkbare budgetten beschikbaar komen bij de transformatie van de landbouw.

Eekhout, landschapsarchitect bij bureau Parklaan, besprak het project Landgoed ‘s Heeren Vrunten. Op dit landgoed van zo’n 30 hectare bij Etten Leur is een aantal landhuizen gerealiseerd waarmee ook de natuurontwikkeling in het gebied kon worden gefinancierd. Het agrarische landschap is veranderd in een glooiend landschap met bos, grasruigtes en vennen. Het gebied is zo ingericht dat er fraaie, en afwisselende doorzichten ontstaan. Vanuit de woningen en tuinen hebben de bewoners zicht op de vennen. Inmiddels is het landgoed ook voor bezoekers toegankelijk. Een openbaar wandelpad slingert door het gebied en gaat met een brug over een van de vennen. De woningen staan feitelijk niet in een beekdal, ze zijn gegroepeerd rond brinken.

Samenwerking en afstemming

De derde gast Mathias van Springel is werkzaam bij het Regionaal Landschap de Voorkempen. Deze organisatie werkt aan het behoud én het verbeteren van het landschap in de Voorkempen, de groene regio in het noordwesten van de provincie Antwerpen. Van Springel constateert dat de droge zomers van de afgelopen jaren langzaam maar zeker leiden tot een mentaliteitsverandering bij overheden en ondernemers. Er ontstaat breder draagvlak voor natuur- en landschapszorg. Tegelijk ziet hij dat de wet- en regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening in België achterloopt ten opzichte van Nederland. En, dat leidt soms tot de situatie dat Nederlandse agrariërs hun bedrijven verplaatsen, net over de grens met België. Van Springel pleitte voor meer internationale samenwerking en afstemming. Europa zou daarin een rol kunnen spelen.

De komende jaren staat er veel op het spel in het buitengebied. De uitdagingen groot en complex. Ze kunnen niet door individuele ondernemers of binnen individuele sectoren worden opgelost. Daar was iedereen het wel over eens. Grote maatschappelijke opgaven en ambities zullen met de uiteenlopende betrokkenen gelijktijdig, in samenhang én met de nodige verbeeldingskracht moeten worden aangepakt.

 

Het gesprek over de wonen in het beekdal vond plaats op woensdag 26 mei. 20.00-21.0 uur. Organisatie: Buitenkans: Brabants Kempens Architectuur Netwerk. Te gast waren: Cees Anton de Vries, directeur Origame en adviseur Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland; Paul Kersten, landschapsarchitect en partner wUrck; Marcel Eekhout, landschapsarchitect Parklaan Buitengewone projecten; Mathias van Springel, adviseur Regionaal Landschap de Voorkempen. Gesprekleiding: Lisa Peters. Verslag: René Erven. Bekijk hier de opname van het gesprek.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox