archief / downloads

Verslag: Buitenkans bijeenkomst 1/5

Ga in gesprek!

Woensdag 19 mei 2021 werd de campagne ‘Arbeidsmigratie werkt’ gelanceerd, met als doel om meer begrip kweken voor de arbeidsmigrant. Er wonen inmiddels een half miljoen mensen uit andere Europese landen in ons land. In de provincie Noord-Brabant zijn dat er zo’n 100.000. Ze verzetten veel werk, maar worden niet altijd netjes behandeld. Sterker nog, de huisvesting van deze arbeidsmigranten leidt regelmatig tot spanningen met de lokale bevolking in met name kleinere woonkernen. Maar wat weten we eigenlijk van deze arbeidsmigranten? Waar hebben ze behoefte aan? Wat doen ze als het werk er op zit? Kortom, ga met ze in gesprek…

 

Dat is ook precies wat Wietske Schober en Maximiliaan Royakkers hebben gedaan, elk op hun eigen manier. Ze waren te gast tijdens het eerste online gesprek in de programmareeks van Buitenkans dat plaatsvond op woensdag 19 mei. Schober werkt bij KAW architecten, een bureau dat gemeentes, ontwikkelaars en uitzendorganisaties begeleid met ruimtelijke vraagstukken die samenhangen met de huisvesting van arbeidskrachten. Ter introductie op de problematiek schetste zij met behulp van een aantal heldere plaatjes de situatie.

Inzicht in de opgave

In Nederland zijn zo’n 400.000-500.000 arbeidsmigranten actief. De meeste arbeidsmigranten werken en verblijven tijdelijk. Veelal doen zij werk voor laagopgeleiden bij logistieke, agrarische of voedselverwerkende bedrijven, de horeca en verpakkingsindustrie. De huisvesting van deze arbeidskrachten, zeker als dat in kleinere woonkernen gebeurt, leidt vaak tot spanningen en verzet.

Daarnaast kleeft aan deze huisvestingsopgave het imago van uitbuiting en criminaliteit. Dit hangt samen met het gegeven dat arbeidsmigranten, als ze korter dan vier maanden in Nederland werken, zich niet hoeven in te schrijven bij de gemeente. Ze zijn dan als het ware ‘onzichtbaar’ voor de instanties. Een groot deel van de arbeidsmigranten verkeert bovendien in een afhankelijkheidspositie ten opzichte van de werkgever of het uitzendbureau, die inkomen, huisvesting, vervoer, zorgverzekering en andere zaken regelen. Deze afhankelijkheid maakt de arbeidsmigrant kwetsbaar voor ondermijnende criminaliteit.

Schober maakte vervolgens een onderscheid tussen arbeidsmigranten die korter dan een jaar hier verblijven: short stay, zo’n 30 procent, en migranten die langer verblijven: mid stay en long stay, samen zo’n 70 procent van de arbeidsmigranten. Deze groepen hebben elk hun eigen woonwensen. Short stay-werknemers willen korte reistijd tussen werk en woonverblijf, nemen genoegen met minder privacy en willen liefst een lage huurprijs voor hun woning. Ze blijven ‘verbonden’ met hun land van herkomst en integreren niet of nauwelijks. Werknemers die langer verblijven hebben daarentegen meer behoefte aan privacy en een eigen buitenruimte. Vaak volgt ook integratie in de woonomgeving waar ze verblijven.

Vervolgens onderscheidde Schobers drie vormen van huisvesting: 1. bij de werkgever op de productielocatie, 2. in het buitengebied buiten de bebouwde kom, of 3. in een woonkern. Daarbij zijn er tal van woonvormen en -varianten: van de bekende prefab woonunits tot de herbestemming van kantoren en kloosters. Schobers wees op het in 2012 opgerichte Expertisecentrum Flexwonen dat doorlopend onderzoek doet naar oplossingen voor tijdelijke huisvestingsproblemen. Het centrum heeft een interactieve kaart gemaakt met uiteenlopende praktijkvoorbeelden. Ook de provincie Noord-Brabant heeft ook een interactieve kaart gemaakt met voorbeelden van huisvesting en van gemeenten met een beleid op arbeidsmigratie.

Als arbeidsmigranten in een woonkern worden gehuisvest leidt tot vaak tot spanningen met de lokale bevolking, vooral ook omdat de huisvesting van arbeidsmigranten onder druk staat door de krapte op de woningmarkt. Dat speelt in Noord-Brabant minder dan in gebieden met krimp. In deze krimpgebieden kan de huisvesting van arbeidsmigranten juist worden ingezet om kleinere kernen vitaal te houden. Dat speelde bijvoorbeeld bij de Friese gemeente Waadhoeke, waar Schobers met haar bureau KAW actief was.

Samen met de gemeente werkte ze aan een oplossing voor de huisvesting van arbeidsmigranten, zonder daarbij in te leveren op de leefbaarheid van dorpen en wijken. Tegelijkertijd moest het ook voor de werkgevers en aanbieders van woonruimte de moeite waard blijven om te investeren in die huisvesting. KAW nodige in groepsinterviews meer dan 100 betrokkenen uit. Dat waren vertegenwoordigers van álle betrokken partijen, zowel dorps- en wijkraden, huurdersverenigingen, huisvestingsbedrijven, corporaties, werkgevers, de gemeente en ook de arbeidsmigranten zelf. Om dat goed te laten verlopen werden er verschillende tolken ingezet.

Gezamenlijk kwam men tot een advies. Dat bestond uit een set van simpele spelregels: 1. maximaal 1% van de huizen in wijk of dorp en 10% van de huizen in een straat kan kamergewijs verhuurd worden aan arbeidsmigranten; 2. afwijken hiervan mag, maar alleen met draagvlak; en 3. voor short stay-arbeidsmigranten moet huisvesting mogelijk zijn bij werkgevers op het terrein. In Waadhoeke is daarmee een belangrijke eerste stap gezet om samen na te denken over de opgave.

Tegelijk blijft het een moeilijke een tegelijk moreel complexe opgave, zo gaf Schobers tijdens het gesprek toe. Welke belang weegt zwaarder: dat van de lokale bewoner of van de tijdelijke migrant. Integratie of spreiding? Belangrijke leerervaring is dat er geen kant-en-klare oplossing is. Analyse en overleg, zeker ook met de arbeidsmigrant, zijn cruciaal om tot gewogen maatwerkoplossingen te komen.

Observatie en ontmoeting

De tweede gast, Maximiliaan Royakkers, lichtte het onderzoeks- en kunstproject Seasonal Neighbours toe, dat in 2017 door Ciel Grommen​ werd geïnitieerd. Bij dit meerjarig onderzoeksproject zijn momenteel 17 kunstenaars, ontwerpers en sociale wetenschappers betrokken. Ze vragen met dit project aandacht voor de leef- en werkomstandigheden van seizoenarbeiders in de landbouw.

Royakkers focuste in zijn bijdrage op een onderzoek naar een landbouwbedrijf in Borgloon. De bevolking van dit dorpje in de Belgische Haspengouw groeit elk jaar met een vijfde in omvang door de instroom van arbeidsmigranten uit Polen, Bulgarije en Roemenië. Grommen werkte er zij aan zij met de seizoenarbeiders. Het leverde verrassende inzichten op. Zo bleek de parkeerplaats van de lokale supermarkt een belangrijke ontmoetingsplek, waar de arbeidsmigranten even aan het wakende oog van de werkgever konden ontsnappen en er even van privétijd kon worden genoten.

De observaties vormden de opmaat naar het ontwerp van een mobiele ontmoetingsunit. Deze vormde een plek voor vertier voor de arbeidsmigranten. Gedurende de zomer namen de arbeiders bezit van huiselijke installatie en werden er spontaan evenementen georganiseerd zoals een barbecue, film- en dansavonden, maar ook discussiebijeenkomsten. Tegelijk is de unit een kritisch statement, waarmee Grommen en Royakkers de economische belangen en de ongelijke machtsverhoudingen tussen werkgever en werknemers hebben blootgelegd.

Samenwerken en gesprek

Tot slot kreeg Eline van Boxtel het podium. Zij is wethouder ruimte en wonen van gemeente Dongen. Hier is het aantal plaatsen voor arbeidsmigranten de afgelopen twee jaar flink toegenomen. Sinds juni 2018 nam dat aantal met 278 toe tot 652, zoals bleek uit de Evaluatie Beleid Tijdelijke Huisvesting Arbeidsmigranten. Bovendien moet er volgens het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente de komende jaren nog flink wat huisvestingsplaatsen bijkomen om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. Een rapport van onderzoeksbureau Companen schat dat het aantal arbeidsmigranten in Dongen tot 2025 doorgroeit naar mogelijk 1.350 personen.

Van Boxtel reflecteerde op de bijdragen en de problematiek. Ze erkende de ‘NIMBY-reacties’ die huisvestingsopgave van arbeidsmigranten bij de lokale bevolking oproept. Begin maart 2021 kwam Dongen in het nieuws vanwege een kort geding dat de buren van een aardbeienkweker hebben aangespannen. Ze protesteren tegen de bouw van huisvesting voor 24 arbeidsmigranten. Het gezin vreest voor overlast, onveiligheid en voelt zich door de plannen overvallen. Er is wantrouwen en onbegrip. Het is een van de vele uitingen van verzet tegen de komst en huisvesting van arbeidsmigranten in de gemeente Dongen.

Arbeidsmigranten zijn daarentegen enorm belangrijk om Noord-Brabant economisch vitaal te houden, stelde van Boxtel tijdens het gesprek. Goede woon- en werkomstandigheden staan hoog op de agenda. Ze onderkende daarbij het belang om vroegtijdig, voor dat nieuwe bedrijvigheid wordt aangetrokken en zich in de gemeente vestigt, te onderzoeken hoe en waar goede huisvesting van arbeidsmigranten mogelijk is.

Samenwerking en overleg zijn cruciaal, zo erkende Van Boxtel, maar ook creativiteit. De gemeente Dongen groeit stevig en er ligt een forse woningbouwopgave. In het Woningbouwprogramma 2021-2040 is deze vastgesteld op 1.103 woningen. Van Boxtel streeft met haar college naar een goede balans tussen uitbreidings- en inbreidingslocaties. De gemeente kent een vrij traditionele wijkopbouw, ruim van opzet met voornamelijk eengezinswoningen. Ze ziet daar kansen door woningen toe te voegen binnen de bestaande bebouwing, om zo een meer gevarieerd aanbod te creëren dat beschikbaar komt voor zowel, jongeren, ouderen én arbeidsmigranten. Echter, de onrust rond de huisvesting van arbeidsmigranten in deze gemeente illustreert tegelijk het belang om niet alleen over, maar ook met arbeidsmigranten in gesprek te gaan.

 

Het gesprek over de huisvesting van arbeidsmigranten vond plaats op woensdag 19 mei. 20.00-21.0 uur. Organisatie: Buitenkans: Brabants Kempens Architectuur Netwerk. Te gast waren: Wietske Schober, adviseur bij KAW architecten; architect Maximiliaan Royakkers en Eline van Boxtel, wethouder ruimte en wonen van gemeente Dongen. Gesprekleiding: Lisa Peters. Verslag: René Erven. Bekijk hier de opname van het gesprek.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox