archief / downloads

Verslag film Citizen Jane / maart 2017

Citizen Jane: Battle for the city is de titel van de documentairefilm die Architectuurcentrum Eindhoven, Natlab en stedenbouwkundige studievereniging VIA van de TU/e op 6 maart vertoonden. Filmzaal 2 van Natlab was helemaal gevuld, en dat is niet zo gek. Jane Jacobs, de hoofdpersoon in de documentaire, is een icoon in de wereld van architectuur en stedenbouw. Zij maakte zich sterk voor stedelijke vernieuwing met een menselijk gezicht en streed tegen de absurd grootschalige reconstructieprojecten die New York vanaf de jaren 30 teisterden.  Aan deze projecten was vooral de naam van ‘Master Builder’ Robert Moses verbonden. De documentaire kende dan ook eigenlijk twee hoofdpersonen, Jacobs en Moses, tussen wie het tot een scherpe confrontatie kwam.

De historische beelden in de documentaire maakten indruk. Het waren beelden van het veelsoortige stedelijk leven in New York, van Moses (1888-1981) die zijn urban renewal-strategieën aan de man bracht en van Jacobs (1916-2006) die het protest ertegen organiseerde. Leidraad door de documentaire heen was de visie op stad en stedenbouw, zoals Jane Jacobs die in haar bekende boek The Life and Death of Great American Cities (1961) heeft verwoord. Een aantal stedenbouwkundigen, stadstheoretici en vrienden van Jane Jacobs gaven tussendoor commentaar. Zij stonden duidelijk aan haar kant.

Naast het genoemde boek publiceerde zij ook The Economy of Cities (1969) en Cities and the Wealth of Nations (1984), boeken waarin de vitale rol van de stad voor de economie wordt benadrukt. Dit zal supporters van de creatieve stad, smart city en Brainport aanspreken. Opvallend is hoe zij in The Economy of Cities ook aandacht heeft voor ‘valuable inefficiencies’ en ‘impracticalities’ van steden. Niet alles hoeft er gladjes te verlopen. Daarin proeven wij natuurlijk al een vorm van kritiek op het modernisme.

Maar wat is nu de betekenis van Jane Jacobs? Zij was niet opgeleid als architect of stedenbouwkundige. Ze was journalist, werkzaam in New York. In die hoedanigheid kwam ze in aanraking met de plannen van Moses en schreef ze erover in kranten en tijdschriften. Het stedelijke leven in New York, het wandelen door de straten van Manhattan en het ervaren van het stedelijk leven was haar leerschool. Het betekende wel dat haar werk later ook weleens  als ‘onwetenschappelijk’ werd aangeduid, maar wat betekent dat in architectuur en stedenbouw? Niemand ging waarschijnlijk zo ver als Moses, die het exemplaar van Death and Life…, dat hij van de uitgever had ontvangen, terugstuurde omdat het een en al onwaarheden zou bevatten. De uitgever kon dat ‘prul’ beter aan iemand anders schenken, meende Moses.

Jane Jacobs was niet alleen journalist, maar daarnaast ook activist. Ze zette aan tot protest en ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Burgers in New York kwamen in verzet tegen de grootschalige reconstructieplannen van Moses, die overal wolkenkrabbers, kantoorgebouwen, winkelcentra wilde bouwen en high- en expressways wilde aanleggen. Om dat te bereiken moest het bestaande stedelijk weefsel en haar bebouwing met de grond gelijk worden gemaakt. Daarmee werd het vertrouwde stedelijk leven dat zich daar afspeelde vernietigd en werden bewoners verdreven. Jacobs grote overwinning was het afketsen van de plannen voor haar eigen stadsdeel Greenwich Village. Dit leidde tot het opstappen van Moses. Maar hij liep toen al tegen de tachtig.

Jacobs combineerde haar activisme, zoals haar boeken duidelijk maken, met reflectie.  Ze probeerde oplossingen aan te reiken. Kern daarvan is het idee van de ‘neighbourhood’, die zich kenmerkt door diversiteit en gemengde functies, bebouwing van verschillende ouderdom, kleinschalige bouwblokken zonder een te rigide verkavelingspatroon. Kortom, menselijke schaal. De straat wordt door haar gezien als een wezenlijke component van de stedelijke openbare ruimte. Voetgangers en spelende kinderen hebben bij haar prioriteit boven de auto’s, die door Moses op de eerste plaats werden gezet. Bekend is haar idee van de ‘eyes on the street´, die zorgen voor veiligheid. Sociaal kapitaal was voor Jane Jacobs een kernbegrip.

In de documentaire kwam ook Le Corbusier opdraven. De ideeën van de moderne beweging werden nadrukkelijk gepresenteerd als de achtergrond voor Moses’ aanpak, met La Ville Radieuse (Stralende Stad) en Plan Voisin (1925) als voorbeelden. Wel werd toegegeven dat Moses een soort oppervlakkige interpretatie van de modernisten aanhing en natuurlijk werd voortgedreven door de commerciële belangen van projectontwikkelaars.

Het hoogtepunt van Jacobs speelde zich af in de jaren zestig en zeventig, toen ook in Europa het modernisme klappen kreeg. Het was niet alleen de tijd dat er kritiek loskwam op de saaie en monotone buitenwijken van de moderne stedenbouw, maar ook dat de modus operandi van dit type stedenbouw de binnensteden bereikte en dreigde die historische stad te vernietigen. Ook de binnenstad moest een efficiënte bouwplaats worden voor het modernisme. Niks ‘ inefficientie’!  We denken als het om Eindhoven gaat aan de discussie over het roemruchte City Plan van Bakema. Het kwam er niet, burgers kwamen in het geweer.

Stadsvernieuwing werd het nieuwe werkveld. Forum en Team 10 probeerden met hun kritiek het paradigma van de moderne stedenbouw te verzachten. Er was het pleidooi voor de menselijke schaal, voor herbergzaamheid en geborgenheid. Het denken was deels schatplichtig aan dat van Jacobs. Diversiteit, complexiteit, multifunctionaliteit werden begrippen die de kritiek op de gangbare stedenbouw, en tegelijk een nieuwe ontwerpwijze, moesten uitdrukken. De stad als labyrint correspondeerde met Jacobs opvatting over ‘messy patterns’. De ‘bloemkoolwijk’ kwam op. En het woonerf werd het alternatief voor de straat, die uit het modernistisch vocabulaire was verdwenen en vervangen door een voor de auto adequater verbindingskanaal. In het woonerf konden kinderen weer spelen en was de rol van de auto teruggedrongen. Eindhoven kreeg de Geestenberg en Achtse Barrier.

Citizen Jane bood imponerende beelden van modernistische nieuwbouwwijken – gigantische ‘torenplannen’ – uit tal van Amerikaanse steden, die met dynamiet werden opgeblazen. Metaforen voor het einde van het modernisme, zoals Charles Jencks beweerde. Het postmodernisme kwam eraan en maakte diversiteit en complexiteit tot theoretische basiscategorieën.

Had Jane Jacobs dan op alle fronten gewonnen? Zelf ging ze in Toronto over tot andere onderwerpen, vooral morele kwesties kregen haar aandacht. Een nieuwe reeks boeken verscheen. En intussen voeren wij in Eindhoven nog steeds discussie over torenhoge bebouwing ter plaatse van de studentenbunker en het autovrij maken van de Vestdijk. Het debat is nog niet beslecht. En het activistisch pragmatisme van Jacobs, die in haar tijd wezenlijke problemen van de stedenbouw voor een breed publiek duidelijk maakte, maar dat ook paste in de opstandige jaren 60, heeft misschien nu een zekere naïviteit. De vraag naar sociaal kapitaal is in deze tijd zeker complexer, de ‘eyes on the street’ zijn tenminste aangevuld met de camera´s van de ´surveillance society´ en het idee van de wijk als sociale en functionele eenheid was in de jaren zeventig al gerelativeerd. Niettemin…, Jane Jacobs blijft een icoon. Verslag: Kees Doevendans.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox