archief / downloads

Achtergrondartikel: Stad, architectuur én groen

In februari van dit jaar ging de gemeenteraad akkoord met de aankoop van de Wielewaal. Daarmee wordt het historische landgoed vanaf 2023 een openbaar toegankelijk groengebied waar alle Eindhovenaren kunnen wandelen en recreëren. Dat is geen overbodige luxe. Want Eindhoven groeit hard. De komende jaren worden er veel woningen gebouwd: in de binnenstad, Fellenoord en op Strijp-S. De behoefte aan natuur én water in de stad wordt alleen maar groter. Tijdens de Dag van de Architectuur staan we stil bij het belang van groen voor een stad als Eindhoven…

 

Eindhoven heeft een bijzondere groene erfenis. De natuur dringt via de drie zogenoemde groene wiggen tot diep in het centrum van de stad door. De belangrijkste wiggen worden gevormd door de Dommel en zijn groene oevers. De rivier stoomt via de Genneper Parken vanuit het zuiden naar het centrum om vervolgens via het TU/e terrein richting Nuenen weer verder te meanderen. De derde groene wig is Brainport Park en omvat globaal de zone rond de Oirschotsedijk. In deze zone liggen onder meer het Philips de Jonghpark, landgoed De Grote Beek en landgoed de Wielewaal.

Eindhoven prijst zich gelukkig met veel groene gebieden in de directe omgeving en in de randgemeenten. Natuurgebieden als de Stratumse Heide, en de Oirschotse Heide en liggen allemaal op fietsafstand. Een onontdekte parel aan de groene kroon om Eindhoven is Landgoed Gulbergen: een groene zone in de gemeenten Geldrop-Mierlo en Nuenen. Het gebied is eigendom van de Metropoolregio Eindhoven (MRE) en is zo’n 325 hectare groot. Ooit was dit een vuilstort, nu is het een groen, landschappelijk gebied, dat geliefd is vanwege de uitzichten op Helmond en Geldrop én het stadsilhouet van Eindhoven. De MRE wil het gebied klaarstomen voor een nieuwe toekomst. Gulbergen is al een groene recreatieve buffer waar ook de natuur tot zijn recht komt, maar waar mogelijk ook ruimte is voor andere functies en voorzieningen die passen bij de stadsregio. Verhoeven De Ruijter verkende de mogelijkheden daarvoor.

Ook in de ‘stedelijke haarvaten’ van de Eindhoven speelt groen van oudsher een belangrijke rol. De vele wijken uit de wederopbouwperiode (1945-1965) zijn bijvoorbeeld ruim opgezet met ruimte voor- en achtertuinen, buurtgroen en plantsoenen. Ook een bedrijf als Philips onderkende al het belang van groen voor bedrijventerreinen. Dat is nu nog zichtbaar op terreinen als Strijp-T en Strijp-R, waar nog tal van oude bomen en groenstroken te vinden zijn. Hiermee heeft Eindhoven een perfecte basis om op verder te bouwen, maar dat moet wel zorgvuldig gebeuren. Behoud, en liefst nog uitbreiding, van het stadsgroen zijn belangrijke aandachtpunten.

Dat overdadige groen in Eindhoven en de regio vormde in 2005 de opmaat naar het concept SuperVillage dat de ontwerpers Marco Vermeulen Theo de Boer en Theo Hauben in opdracht van Architectuurcentrum Eindhoven lanceerden. Ze vestigden met dit project de aandacht op de economische impact van groen voor een stad als Eindhoven. Als Brainport Eindhoven wil slagen, dan zal naast kennisinfrastructuur, ook geïnvesteerd moeten worden in een aantrekkelijk en groen woonlandschap.

 

Overzicht expositie SuperVillage, Architectuurcentrum Eindhoven. Foto Peter Cox.

In de internationale battle for talent concurreert Brainport Eindhoven met andere hightechregio’s in de wereld. De groene woon- en werklandschappen, zoals die in Eindhoven worden ontwikkeld, blijken unieke troeven om kennisintensieve bedrijven en internationaal talent te werven. Brainport kent inmiddels tal van aantrekkelijke groene werklandschappen, zoals de High Tech Campus, met een groenplan van Juurlink + Geluk, en de landschappelijk setting rond de Brainport Industries Campus ontworpen door KruitKok landschapsarchitecten samen met Climmy Schneider.

Maar er is meer nodig dan alleen groene woon- en werklandschappen. De stedelijke publieke ruimte heeft ook dringend een kwaliteitsimpuls nodig. Deze moet tegelijkertijd zodanig worden ingericht dat ook de effecten van de klimaatverandering kunnen worden verzacht. Dat is vooral urgent in de sterk versteende binnenstad van Eindhoven. Het groen is hier letterlijk uit het zicht verdwenen. Ook de binnenhoven, waar winkeliers laden en lossen, zijn volledig versteend. Hierdoor is het er gemiddeld een paar graden warmer dan in de rest van de stad. Door de klimaatverandering wordt het weer steeds onvoorspelbaarder. We worden vaker geconfronteerd met hevige regens en periodes van droogte en hitte. Het is daarom van groot belang dat Eindhoven over voldoende groen beschikt, ook in het centrum. Het is dus belangrijk dat voortaan architectuur en groen een huwelijk aangaan.

 

Medina. Foto Biotope City

Een geslaagd voorbeeld van zo’n huwelijk tussen architectuur en groen is wooncomplex Medina, ontworpen door de Britse architect Neave Brown. Het maakt deel uit van de herontwikkeling van het Smalle Havengebied die tot stand kwam onder supervisie van Jo Coenen. De weelderige tuinen van het wooncomplex zijn zeker niet alleen fraai ‘kijkgroen’. De tuinen en gevels zijn zo ontworpen dat ze het hele jaar een groene uitstraling hebben. Bij de groene inrichting is ook rekening gehouden met nectarplanten voor bijvoorbeeld uiteenlopende vlinders én met schuil- en nestelgelegenheid voor vogels. Door de vele bloeiende planten is er voldoende voedselaanbod voor insecten, die op hun beurt weer voedsel zijn voor diverse vogelsoorten.

Architect Winy Maas zette tijdens aanstelling als supervisor, tussen 2017 en 2022, de vergroening van de Eindhovense binnenstad hoog op de agenda. Hij deed uiteenlopende voorstellen om de binnenstad groener te maken, maar stimuleerde ook dat ontwikkelaars zouden inzetten op een stevige groenimpuls.

Dat is bij diverse plannen voor het centrumgebied goed zichtbaar. Bijvoorbeeld bij het VDMA-terrein. In 2019 won ontwikkelaar Being de tender om dit gebied te mogen ontwikkelen. Architectenbureau OMA ontwierp er een spectaculair plan met werkgebouwen, woontorens én een stadsbos van zo’n 3500 vierkante meter. Momenteel is er op het terrein al een klein stadsbos ingericht. Er staan niet alleen bomen maar stadsboswachter Tom van Duuren legde er ook een omgezaagde boom neer. Het dode hout van deze boomstam zit vol leven: er wonen larven van diverse insecten én er groeien mossen en schimmels. Dit trekt juist weer vogels en insecten. Zo wordt een natuurlijke kringloop op deze plek op gang gebracht.

Iets verderop aan de Vestdijk ontwikkelt Stein Ontwikkeling de Nieuwe Eindhoven, ontworpen door architectenbureau diederendirrix. Deze woontoren, zo’n 75 m hoog, heeft een bijzonder smalle sokkel. Hierdoor ontstaat een 18.5 meter hoge open groene ruimte op straatniveau. Ook deze ruimte, die wordt ontworpen door Delva Landscape, gaat meedoen met het groen op het VDMA-terrein.

 

De Nieuwe Eindhoven. Beeld: DELVA-Landscape

Daarnaast is de Vestdijk zelf recent opnieuw ingericht. De opgave was om deze drukke verkeersader te transformeren. Van een verhard profiel – voornamelijk ingericht op autoverkeer – tot een vergroende route met meer aandacht voor langzaam verkeer. Ook wordt het water van piekbuien in zowel de plantvakken als in holle ruimten onder de verharding opgevangen. De beplanting is gevarieerd en kan tegen een stootje en biedt voedsel voor vogels en insecten. In lijn met deze vergroening worden momenteel ook de Mathildelaan, Emmasingel, Keizersgracht en Wal groener en verkeersveiliger gemaakt.

Een verbeterde groenstructuur en ontharding leiden aantoonbaar tot een beter stedelijk leefklimaat. In de schaduw van bomen loopt de temperatuur zoals mensen die ervaren veel minder hoog op, mits er ook voldoende wind is. Schaduw en verdamping helpen zo deels hittestress te voorkomen. Waar een traditioneel plat dak in de brandende zon kan opwarmen tot 70 graden, wordt een groen dak – met mossen en grassen – in dezelfde omstandigheden niet warmer dan 32 graden, als er ook voldoende water beschikbaar is.

Maar groen heeft meer positieve effecten. Veel studies hebben inmiddels aangetoond dat groen ook stress vermindert. Amerikaanse onderzoekers toonden aan dat patiënten die vanuit hun kamer zicht hadden op bomen meetbaar sneller herstelden van een operatie dan patiënten met uitzicht op een blinde muur. In Nederland lieten onderzoekers zien dat mensen gezonder zijn als de woonomgeving meer groen bevat. Zo hebben kinderen in groene wijken bijvoorbeeld vijftien procent minder vaak last van overgewicht.

Deze ideeën over de positieve impact van groen op het welbevinden van de mens spelen een belangrijke rol bij de verdere ontwikkeling van Landgoed De Grote Beek. Deze instelling voor geestelijke gezondheidszorg werkt aan bijzondere ‘Health Campus’ met aandacht voor biodiversiteit en een positieve natuurbeleving voor bewoners, medewerkers en bezoekers. De natuur speelt al jarenlang een belangrijke rol in het zingeving en genezingsproces van de GGzE-clienten. Er zijn van oudsher al moestuinen en bewoners onderhouden er ook het groen. Het is een belangrijke ambitie van de zorginstelling om van het landgoed een ‘helende’ en gastvrije omgeving te maken. Kornelia Dimitrova deed ontwerpend onderzoek naar de mogelijkheden hiervoor. In haar project zocht ze antwoorden op de vraag hoe Landgoed De Grote Beek de komende 15 jaar kan transformeren naar een duurzame ‘healing environment’.

Tegelijkertijd werd de afgelopen jaren ook duidelijk dat het landgoed door de steeds langere en warmere zomerperiodes verdroogt. Die verdroging is een gevaar voor de begroeiing en biodiversiteit. Enkele landschappelijke ingrepen, ontworpen door MTD en Buro Lubbers, gaan er voor zorgen dat er zoveel mogelijk regenwater vanuit de stad over het landgoed gaat stromen. Een van die maatregelen is het terugbrengen van het riviertje de Grote Beek waar het landgoed naar is vernoemd.

Onlangs werd in stadsdeel Tongelre het St.-Jozefklooster verbouwd. In opdracht van Woonbedrijf hebben Pauwert Architecten, De Loods Architecten en KruitKok landschapsarchitecten een plan ontwikkeld voor de herbestemming van het kloostergebouw en de bouw van nieuwe (tuin)woningen in de voormalige kloostertuin. Esther Kruit (KruitKok landschapsarchitecten) heeft samen met de bewoners van het groenplan ontwikkeld. Dit wordt straks door de bewoners zelf aangelegd, waardoor dit groen ook een belangrijk verbindend element vormt in de nieuwe woongemeenschap. Inmiddels blijkt ook uit onderzoek dat buurtgroen, zoals parkjes, plantsoenen, buurt- en volkstuinen, bijdragen aan de sociale cohesie in de buurt. Wijken waar bewoners meer contact hebben, hebben minder last van verloedering, burenoverlast en criminaliteit.

Langzaam maar zeker komt er niet alleen meer ‘groen’, maar steeds meer natuur in de stad. Want groen in de stad gedijt eigenlijk alleen maar goed als het in een ecosysteem functioneert. Een stenig stadslandschap trekt vooral stadsduiven, kraaiachtigen en meeuwen aan. Een stad daarentegen met lommerrijk groen, tuinen, straatbomen, bermen en plantsoenen met bloemrijk grasland, struweel en kleine waterpartijen zorgt voor meer diversiteit. Dan ontstaat er een biotoop waar ook zangvogels, vlinders en kleine zoogdieren kunnen leven.

Ook ontstaan er weer kansen voor bijzondere en bedreigde soorten zoals wilde bijen. Voedselbossen spelen hierin een bijzondere rol. In deze, vaak compacte, bossen groeien op bessen, noten, paddenstoelen en kruiden die ook door bewoners worden geoogst. De biodiversiteit van een voedselbos is hoog en daarmee ook de productiviteit. Een slim ontworpen voedselbos houdt zichzelf in stand en biedt voedsel en onderdak aan ontelbare soorten organismen, groot en klein.

Bij het vergroenen van de stad speelt het zoeken naar een nieuw evenwicht tussen stad en natuur een grote rol. Stichting BioArt Laboratories is ervan overtuigd dat het van belang is om de stad als natuur te zien. Als nationale ontwikkelinstelling voor biokunsten werkt de stichting aan actuele maatschappelijke vraagstukken en zoekt ze naar oplossingen door het combineren van natuur, wetenschap, technologie en creativiteit. BioArt Laboratories functioneert als een katalysator van innovaties waarbij inzichten in de werking van de natuur worden ingezet om tot nieuwe duurzame oplossingen te komen. BioArt Laboratories nodigt daartoe jonge, talentvolle onderzoekers en kunstenaars uit om te experimenteren en nieuwe ideeën verder te ontwikkelen.

BioArt Laboratories is gehuisvest in een historisch bunkercomplex aan de Oirschotsedijk middenin het groene hart van Eindhoven. Dit ‘BioArt Village’ fungeert als een levend laboratorium waar de symbiose tussen mens en natuur wordt onderzocht. Waar in het verleden de mens technologie gebruikte om de natuur te beheersen, staat nu het streven naar evenwicht centraal.

Op zondag 19 juni 2022 vindt de Dag van de Architectuur plaats met tal van activiteiten, onder meer wandelingen op landgoed de Grote Beek en Vredeoord, stadswandelingen en rondleidingen door BioArt LAboratories en het Voedselbos aan de Elburglaan. Meer info over groen in de stad, lees de kennisdossiers van Wageningen University & Research Beeld: Green Dip voor de Vestdijk in Eindhoven, MVRDV. Tekst: René Erven en Harrie van Helmond.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox