archief / downloads

Achtergrondartikel: Het voormalige kantongerecht

Schuin achter het stadhuis, naast de Dommel, ligt een markant bakstenen gebouw waar ooit recht werd gesproken. Sinds 2007 staat er ‘Designhuis’ op de gevel van dit gemeentelijk monument. Onlangs is de stichting Het Hornemann Huis hier neergestreken. Het museum vertelt het verhaal over twee joodse broertjes uit Eindhoven die zijn gemarteld en vermoord door de nazi’s. Een verhaal dat je raakt ‘in je hart en je hoofd’, aldus wethouder Maes van Lanschot, bij de verhuizing naar het Designhuis. Tijdens Open Monumentendag, op zaterdag 14 september en zondag 15 september, is het Het Hornemann Huis geopend voor het publiek, bezoekers kunnen daarbij het monument van binnen bekijken…

 

Introductie:

Tegenover het huidige stadhuis (geopend in 1969) en naast de Dommel werd begin jaren zestig in opdracht van de Rijksgebouwendienst een modern kantongerecht gebouwd. Als architect werd Johannes (Jo) Kruger aangetrokken, die tussen 1958-1959 werkte aan het ontwerp. Kruger was een bekende van de Rijksgebouwendienst en werkte vooral als restauratiearchitect. Het kantongerecht in Eindhoven was zijn eerste gerechtsgebouw. Later ontwierp hij nog een rechtbank in Zwolle. In 1964 was het kantongerecht klaar. De bouwkosten bedroegen ongeveer twee miljoen gulden, waarvan een kwart geïnvesteerd werd in het interieur.

Het pand stond na de oplevering nog maanden leeg, omdat de meubelen te laat waren besteld. Het inkoopbureau van het Rijk had geen rekening gehouden met de lange levertijd van de gekozen Deense meubelen. Hierover verschenen verontwaardigde artikelen in de lokale pers. Na deze ‘vertraging’ werd op 21 mei 1965 het kantongerecht feestelijk geopend. Het kantongerecht is in gebruik gebleven tot de afschaffing van de kantons in 2002. In 2007 werd het gebouw verbouwd tot Designhuis.

 

Buiten:

Het voormalige kantongerecht was een onderdeel van de wederopbouw van de Eindhovense binnenstad. Hierbij kreeg het nieuw aangelegde Stadhuisplein gebouwen met bestuurlijke functies. Vanaf 1962 werden aan de straat tussen Catharinakerk en Dommel een aantal moderne kantoorgebouwen opgeleverd, waaronder het gebouw van de Kamer van Koophandel met een annex van De Nederlandse Bank (1962), ontworpen door de architecten J.M. Luthmann (1890-1973) en W. Prent én het gebouw van het Nederlands Katholieke Vakverbond (1967) van de architecten Wim van de Kerkhof en Lex de Vries.

Het kantongerecht staat enigszins achteraf aan het stadhuisplein en lijkt op het eerste gezicht een sober, doelmatig en rationeel gebouw. Van buiten is het gebouw ‘leesbaar’: de functies van de binnenruimten zijn op een heldere manier herkenbaar in de buitengevels. De ramen in het gebouw weerspiegelen de functie die erachter zit. Zo horen de hoogste ramen in de voorgevel bij de rechterkamers en de lagere bij de kamers van de griffieambtenaren. De rechtszaal aan noordwestelijke kant is van buiten duidelijk herkenbaar als het middelste volume van drie bouwdelen. Deze zaal heeft twee grote verticale raampartijen.

Het kantongerecht laat echter ook zien hoe rechtspraak in architectuur kan worden geënsceneerd, bijna als een vorm van theater. Dat begint al bij de gevel, die ‘uitkraagt’. Deze is aan de bovenkant een beetje naar buiten gemetseld, en maakt daardoor een imposante indruk op de bezoeker. Het blokvormige volume is opgetrokken uit lichtgele bakstenen. De bouwdelen zijn door middel van schuin toelopende verticale openingen aan elkaar verbonden. In de zuidwestelijk gevel zit een kleine, bescheiden entree, die is vooral herkenbaar aan de ruim gesitueerde, natuurstenen trap. De bezoeker treedt het gebouw binnen via deze vrij kleine ingang, waardoor het atrium des te groter lijkt. Hier wordt de bezoeker verrast door de ruimtelijkheid, het rijke materiaalgebruik en de dramatische lichtinval.

Situatie van het kantongerecht aan de Dommel, met contouren van het Stadhuis en het Van Abbemuseum

 

Binnen:

Het kantongerecht heeft een imposant atrium, met galerijen en een brede trap die bezoekers naar de grote rechtszaal, wachtkamer en bijkamers voert. Op de begane grond waren aan de voorzijde enkele administratievertrekken gesitueerd. Op de eerste verdieping bevonden zich aan de voorzijde de twee rechterkamers, een kamer voor de officier van justitie en een raadkamer. Aan de zuidoostzijde lagen de kleine rechtszaal, enquêtekamer en wachtkamer. De tweede verdieping heeft dezelfde indeling. Omdat er aan de achterzijde een niveauverschil is van een halve verdieping, is hier een extra (derde) verdieping met een personeelskantine en toiletten.

In de twintigste eeuw kwam er steeds meer regelgeving omtrent de bouw van gerechtsgebouwen. Zo kennen moderne rechtbanken een zogenaamd gescheiden circuit. Dat wil zeggen dat de verdachten – in gezelschap van de parketpolitie – een eigen route volgen, apart van de route van de magistratuur en het publiek. In Eindhoven is een begin van deze ontwikkeling zichtbaar: echter de rechters leggen hier dezelfde weg af als de gedetineerden. De bezoekers (getuigen, aanklagers, advocaten, beklaagden en het publiek) leggen een andere route af, namelijk via de imposante centrale hal. Via een hoog raam in een brede inham valt licht binnen dat het reusachtige mozaïek aanlichtte. De bezoekers werden vervolgens via een brede trap in de hal naar de grote rechtszaal geleid, of via het trappenhuis naar een van de bovengelegen rechtszalen. Daarmee was het gebouw niet alleen doelmatig, maar ook een gematerialiseerde enscenering van de rechtspraak.

 

De centrale hal

 

Hal:

Het interieur is rijk vormgegeven, met een veelheid aan materialen. Er is natuursteen, beton, hout en metaal toegepast. In de hal zijn de kolommen, die overigens geen constructieve functie hebben, met palissanderhout bekleed. De bovenrand is van messing.

 

De ronde wachtruimte 

 

Wachtkamer:

De ronde wachtruimtes en galerijen hebben met hout beklede plafonds, net als in de grote rechtszaal. De ronde wachtruimte is bijzonder. Hier stond een rond meubel, waardoor de bezoekers niet naar elkaar keken, maar naar de muren.

 

Galerijen en trappenhuizen:

Bij de galerijen en de ruimtes in de zuidelijke vleugel is de vloerconstructie in het zicht gelaten. De betonnen trappen in de trappenhuizen hebben opengewerkte treden, waardoor ze als sculpturen in de ruimte staan.

 

Beeldende kunst:

De manier waarop Kruger de rechterlijke macht in het gebouw vormgeeft was duidelijk bedoeld om te imponeren. Niet alleen de architectuur maar ook het rijke interieur en de beeldende kunst droegen daaraan bij. Theo van Amstel (1927-2010) maakte voor het kantongerecht een imposant baksteenmozaïek, dat de rechtspraak symboliseert. Hij werkte vaker in opdracht van de Rijksgebouwendienst en maakte in opdracht van Kruger ook een beeltenis van het gezicht van koningin Juliana voor het gerechtsgebouw in Zwolle.

De grote voorstelling in het Eindhovense kantongerecht is door middel van een voorzetwand aan het oog onttrokken. Met een afmeting van 140m2 was het een van de grootste gerealiseerde kunstopdrachten voor een rijksgebouw. Het laat een voorstelling zien met op de voorgrond twee figuren en op de achtergrond een stad. Het gaat om het Genesisverhaal van Sodom en Gomorra. Jaweh (God) wilde de door-en-door ‘slechte stad’ verwoesten. Abraham suggereerde echter, dat er misschien een paar onschuldigen woonden en onderhandelde daarom met God om de stad te sparen. De voorstelling verwijst daarmee naar de oordeelsvorming van de rechter. Het Eindhovens Dagblad schreef over het kunstwerk: ‘Deze voorstelling wil een symbool zijn van de moderne jurisprudentie waarbij niet streng van bovenaf gestraft wordt maar waarbij het ontmoetingskarakter van het recht prevaleert.’

 

Detail van het baksteenmozaïek ontworpen door Theo van Amstel

 

De Bijbelse voorstelling is bijzonder, omdat het niet gebruikelijk is om een religieusverhaal te kiezen in een gerechtsgebouw. Het enorme kunstwerk is steen voor steen ter plaatse opgebouwd. In het trappenhuis van de noordvleugel zijn ook drie kleine gemetselde mozaïeken te vinden. Op de begane grond zijn de initialen van de kunstenaar te zien (TvA), op de eerste verdieping een verwijzing naar de tekst uit Genesis 18, vers 22-33 (deze beschrijft de onderhandelingen van Abraham met God over de stad Sodom), op de tweede verdieping initialen van de architect (JK) plus het bouwjaar 1964. Het gebouw is in 2007 in gebruik genomen als Designhuis na een verbouwing door de Eindhovense architect Peer van Ling.

 

Initialen van de kunstenaar (TvA), de architect (JK) en een verwijzing naar Genesis 18, vers 22-33

 

Tekst: René Erven 

Beelden: Het Hornemann Huis

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox