archief / downloads

Achtergrondartikel: Fellenoord (2)

Fellenoord als ruimtelijk experiment

 

Het plan

Hoe gaat Fellenoord er in de toekomst uitzien? De Ontwikkelvisie Fellenoord 2020 geeft daar zo compleet mogelijk een antwoord op. Het concept voor de transformatie van Fellenoord is te zien als een gereguleerd raamwerk: een rustige regelmaat van ongeveer even grote bouwvlakken, de zogenaamde clusters, waarin geometrie wel mee doet maar niet al te nadrukkelijk, met hier en daar een schuine lijn. De maat en de contouren van dit raamwerk worden bepaald door de ligging van de huidige hoofdwegen. Binnen de afzonderlijke clusters is het mogelijk een heel spel van opeenstapeling en nevenschikking van gebouwvolumes te spelen met een diversiteit aan programma’s. Zonder dat er een specifieke vorm wordt vastgelegd, tekent zich in het toekomstige Fellenoord een duidelijke atmosfeer af van orde, regelmaat en repetitie, waar ook afwijking en variatie subtiel wordt toegelaten. Het plan voorziet in veel sloop-nieuwbouw en vooralsnog minder in transformatie. Niet veel zal hetzelfde blijven.

Ruggengraat van het plan wordt gevormd door de nieuwe boulevard Fellenoord (van de huidige honderd naar vijfenveertig meter breed) en natuurlijk de Dommel (in een veel ruimer en groener ingericht beekdal). Anders dan in de Binnenstad of het Emmasingelkwadrant ontstaat hier een radicaal andere stedelijke identiteit. De vrije opstelling van moderne gebouwen in de overdadig bemeten groene verkeersruimte verdwijnt en wordt ingeruild voor het grote stadsblok met daartussen minder brede hoofdwegen met daarbinnen een fijnmazig voetgangersnetwerk. Dit Fellenoord, als noordelijk deel van het Stationsgebied, vormt het nieuwe brandpunt in de ontwikkeling van Brainport Eindhoven van waaruit de diverse campussen en hightech toplocaties zowel met elkaar zijn verbonden als met Eindhoven Airport. En in de nabije toekomst ook met snelle treinen naar Düsseldorf, Aken en mogelijk Antwerpen. Vandaar dat een nieuw ondergronds busstation onderdeel uitmaakt van deze internationaal georiënteerde mobiliteit hub. Het creëren van extra perrons op Eindhoven Centraal wordt onderzocht.

 

Generiek

Gek genoeg krijg je als je naar de vele ruimtelijke illustraties van het plan kijkt nauwelijks de indruk dat het om Eindhoven gaat, maar eerder om een nieuwe stadsuitbreiding ergens in eender welke grote stad. Generiek. Pas als er woordjes zoals TU/e, PSV of Eindhoven Centraal in beeld verschijnen, begrijp je dat het om Eindhoven gaat. Specifiek. De Dommel is enkele keren in beeld. Het Stroomhuisje aan de westzijde verschijnt eenmalig als een ruimtelijk herkenningspunt uit een recent verleden. De voor het moderne Fellenoord zo karakteristieke  vrijstaande kantoortoren van de voormalige Boerenleenbank is al vervangen door een nieuw kantorenblok voor de Rabobank van de hand van UNStudio. Met behoud van alle parkeerplaatsen op maaiveld, dat dan weer wel. Het vroegere PTT-districtsgebouw, ooit de belangrijkste telefooncentrale in het zuiden van het land, is (te) duur om te slopen maar biedt wel interessante mogelijkheden voor nieuw gebruik. Dit herkenbare moderne gebouw uit de jaren zestig verankert daarmee de sterk veranderende ruimtelijke identiteit van het plan aan de oostzijde, als een historische hoeksteen. Het is recent in het kader van ‘place-making’ al in gebruik genomen als culturele hotspot met de naam Microstad. Er wordt onderzocht of het mogelijk is om boven op dit stoere gebouw een compleet nieuw gebouw te plaatsen zodat ook nog eens het principe van de Eindhovense laag en Brainport laag, zoals dat in de Binnenstad gehanteerd wordt, hier onbedoeld weerklinkt.

 

Specifiek

De negatief geladen ervaring van Fellenoord als een desolaat (alleen voor de auto) en verguisd (vanwege alle tunnels) deel van de stad, lijkt met dit plan een halt te worden toegeroepen. De geschiedenis herhaalt zich, maar op een andere manier. Zoals het vroegere historische Fellenoord totaal werd uitgevlakt om plaats te maken voor de nieuwe, open en moderne stad, bepalend voor de nieuwe identiteit van Eindhoven, zo transformeert dit plan diezelfde, inmiddels gemankeerde moderne stad met zijn vrijstaande gebouwen in het groen, naar een verdichte versie van het gesloten stadsblok, zo kenmerkend voor de 19e eeuwse Europese stad. De vraag die blijft hangen is of ‘slechts’ de aanwezigheid van de Dommel, de vernieuwde, veel smallere boulevard Fellenoord, het Stroomhuisje en dit voormalige PTT-gebouw als ruimtelijke markeringen voldoende zijn om een gelaagde perceptie van dit nieuwe Fellenoord mogelijk te maken. Zoals dat op Strijps-S heel sterk gevoeld kan worden, waar oud en nieuw samen, Hoge Rug e.g. en nieuwe gebouwen die zo krachtige vibe genereren van een nieuwe, levendige Eindhovense ruimtelijke identiteit. Een energie die gevoed wordt door een voor iedereen herkenbaar verhaal dat gaat over de geschiedenis van de plek, over de ‘verboden stad’ en hoe het open maken hiervan heeft geleid tot een nieuwe stedelijkheid die ongekend is voor Eindhoven. De kracht van dat verhaal, met dank aan Trudo, zit in de verbondenheid die het schept tussen de plek en de inwoners van de stad. Strijp-S is specifiek, is Eindhovens.

 

Beproefd

De Ontwikkelvisie Fellenoord bezit alle kenmerken van een beproefde manier van plannen maken. De grote en belangrijkste vraagstukken betreffende mobiliteit, groen, openbare ruimte, klimaat, energie, circulariteit en financiën worden geadresseerd met dit plan dat nog veel ruimte laat voor specifieke oplossingen later in de tijd. Het zet de koers uit en legt de grote lijn vast met een generiek raamwerk en ruimtelijk perspectief. En misschien wel het allerbelangrijkste, het genereert een betrouwbaar antwoord op zowel de grote vraag naar wonen in het centrum als op het programmeren van dit gebied als showcase en brandpunt van Brainport.

In dit plan bestaat de flexibel te programmeren plint uit twee bouwlagen. Daarboven wordt zoveel mogelijk woonprogramma ontwikkeld, met waar nodig ‘state of the art’ werkomgevingen. Deze footprint is zo groot mogelijk en op enkele plekken doorsneden met passages die de binnenhoven ontsluiten. Het adagium ‘vorm volgt functie’ gaat hier nauwelijks nog op, omdat er geen functie of programma voor de plint bekend is op het moment van ontwerpen. De plint verschijnt dan ook zoals we dat wel vaker zien: veelal glazen gevels rondom de footprint van het bouwblok, voorzien van een modulaire maat die elke programmatische variëteit van de flexibel indeelbare plattegrond kan opvangen. Daarmee neutraliseert deze plint ook elke bijzonderheid in het beeld van de gevel op voorhand. Deze aanpak van het stedelijke bouwblok levert een openbare ruimte op waarin de voetgangers rondom de stadsblokken kunnen bewegen en via de passages en doorsnijdingen de binnenhoven kunnen bereiken. Het resulteert in een degelijke en vertrouwde openbare ruimte die zonder grote verrassingen naar behoren zal gaan functioneren. Fellenoord wordt ontdaan van haar versleten moderne karakter en krijgt daarvoor in de plaats een vernieuwde, maar ook voorspelbare ruimtelijke identiteit aangemeten. Daar is op zich niks mis mee, maar daarmee stelt dit plan als beloftevol antwoord op de vraag hoe Eindhoven er als Brainport uit gaat zien wat mij betreft wel teleur.

Experiment

Wat te doen? Deze conventionele identiteit nemen voor wat het is, immers een betrouwbare ontwikkelvisie opstellen is al complex genoeg, en er voor zorgen dat dit plan zo goed mogelijk, betaalbaar en gefaseerd tot uitvoering wordt gebracht met alle marktpartijen, stakeholders en bewoners van de stad? Of toch op zoek gaan naar mogelijkheden om te ontsnappen aan het voorspelbare. Door alternatieven te onderzoeken, door te experimenteren met de vorm en structuur van de openbare ruimte. Komt dat ook niet veel dichter in de buurt van de mentaliteit van deze stad, zoals die door Eindhoven365 zo eenvoudig maar krachtig is verwoord in de formule ‘unconventional x collaboration = energy’? Je zou kunnen zeggen: waarom niet, immers we staan pas aan het begin van een ruimtelijke gebiedstransformatie die zeker vijfentwintig jaren gaat duren. Wat als we in dat generieke raamwerk letterlijk ruimte maken om te experimenteren met de openbare ruimte waar het er echt toe doet, op ooghoogte?

Verdwenen stad

Wat als we een openbare ruimte ontwerpen die in deze stad ongekend is, die zich onderscheidt van wat de inwoners en bezoekers al kennen, vanuit de verbinding die gelegd kan worden met de geschiedenis van de plek? Waarin het verhaal van de ‘verdwenen stad’ doorklinkt en herkend kan worden en het generieke raamwerk een specifieke dimensie krijgt toebedeeld. Waar verbeeldingskracht resulteert in het ontwerpen van een openbare ruimte die ook zónder programma ruimtelijk interessant is! Waarmee een specifieke ruimtelijke identiteit wordt gegeven aan Brainport door middel van een plint van acht meter hoog met een autonoom ontworpen buiten- en binnenruimte. Waarin niet langer de vorm de functie volgt, maar andersom, de functie zich voegt naar de vorm. Het Evoluon is daar een goed voorbeeld van waar het laat zien dat een ontwerp zelfs zonder programma een volstrekt autonome en krachtige identiteit kan geven aan de toekomst, in dit geval die van Philips, in Eindhoven.

 

Gebiedsplint

Stel je voor dat in het plan zoals dat nu is getekend de begane grond van alle gebouwen in het totale gebied, de onderste twee gebouwlagen met een hoogte van acht meter, worden weggedacht en dat daarboven alle getekende gebouwvolumes onveranderd blijven. Een horizontale vrij te ontwerpen ruimtelijke laag waarin niet langer de plint als behorend tot de gebouwen wordt gezien, maar als een horizontale optelsom van binnenruimte en buitenruimte. Met andere woorden: een uitgestrekte gebiedsplint die als één ontwerp wordt vormgegeven. Waarin het oude stratenplan van het verdwenen Fellenoord wordt geactiveerd  als onderlegger, als inspiratie om zowel de nieuwe binnen- als buitenruimte in deze horizontale laag te gaan ontwerpen. Zodat de historische plattegrond van onderaf en de projectie van de toekomstige gebouwvolumes van bovenaf eenmaal over elkaar heen gelegd een ruimtelijk interessante en onverwachte publieke ruimte opleveren, een dwaalmilieu ongekend voor deze stad.

 

Dwaalmilieu

Een gebiedsplint als één geheel waarin de geschiedenis en toekomst van het gebied traploos samenvloeien in een experimentele ruimtelijke werkelijkheid. Variomatic. Waar alle eigenaren met hun onderste twee lagen in participeren. Het levert hele eigenaardige binnenruimte op, soms groot, soms klein, onregelmatig, versplinterd, die alleen maar geprogrammeerd kunnen worden op een bijzondere manier. Uitdagend. Daarnaast levert het een hele bijzondere buitenruimte op waar fragmenten van verdwenen straten én bestaande wegen samen het maaiveld organiseren en op acht meter hoogte deze experimentele buitenruimte her en der wordt overkraagd door de meestal rechthoekige gebouwvolumes erboven.

 

Fellenoordplein

Er wordt ruimte gemaakt voor een nieuw Fellenoordplein, precies daar waar de vroegere tweesprong Fellenoord-Broekscheweg en iets verderop de tweesprong Kruissstraat-Boschdijk zich bevonden. Een nieuwe ‘oude’ plek in het gebied, een karakteristiek driehoekig plein waar meer dan de helft van de inwoners van deze stad passeren op weg naar of komend van de Binnenstad. Het gaat dus niet om een nostalgische reconstructie van de historische plattegrond, maar om een levendige interpretatie van haar verdwenen plattegrond, zoals de tweesprong niet letterlijk wordt toegepast maar als basis voor het driehoekig plein wordt gebruikt. Het verhaal van de ‘verdwenen stad’ wordt nieuw leven ingeblazen door de verbindende kracht die het genereert tussen deze gebiedsplint en de inwoners en bezoekers van het nieuwe Fellenoord.

 

Eindhoven entrance

Op de plek van het huidige busstation verschijnt een nieuw verdiept busstation dat voor een groot gedeelte wordt overdekt met een aantrekkelijk en groen ingericht maaiveld met daarin ruime openingen om het eronder gelegen busstation van daglicht te voorzien. Eindhoven Entrance. In mijn ogen biedt dit ruimtelijk experiment op Fellenoord een geweldige kans om écht iets anders te bedenken met elkaar. Iets dat het onconventionele karakter van de stad Eindhoven versterkt. Waar nog veel voor uitgevonden moet worden, niet alleen ruimtelijk maar vooral ook in termen van exploitatie en rendement. Er zijn immers vele (grond)eigenaren van deze horizontale gebiedsplint, dus hoe ga je dat samen doen? Past een dergelijk experiment eigenlijk nog wel binnen de uitgedachte businesscase Fellenoord of is deze ontwikkelvisie toch minder adaptief dan we met elkaar denken?

Maar het is ook een kans waarmee Eindhoven in dit belangrijke deel van haar centrum een nieuwe ruimtelijke identiteit kan ontwikkelen die past bij haar eigenzinnige stedelijke karakter. Een kans waarbij we ons niet meer blind staren op hoe hoog een gebouw al dan niet mag worden, maar waarbij we focussen op wat er ter plekke toe doet, op ooghoogte, namelijk de specifieke kwaliteit van de openbare ruimte die herrijst uit de geschiedenis van de plek, in de vorm van een horizontale, experimentele gebiedsplint die een nieuw maar herkenbaar gezicht geeft aan de ambities van Brainport, onconventioneel.

 

Tekst: Herman Kerkdijk

Herman Kerkdijk werkte jarenlang als stedenbouwkundige bij de gemeente Eindhoven. In 2022 publiceerde hij zijn boek Eindhoven variomatic, een zoektocht naar wat deze stad in haar ruimtelijke verschijningsvorm bijzonder maakt. Om het Eindhoven van morgen te bouwen moet je het Eindhoven van gisteren goed kennen, stelt Kerkdijk. Door tijdens het ontwerpen traploos te schakelen tussen verleden, heden en toekomst komt een inspiratie vrij die een karakteristiek Eindhoven mogelijk maakt. 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox