archief / downloads

Achtergrondartikel: Een ‘open’ toekomst voor landgoed De Grote Beek

‘Open steden’ zijn in staat om de verschillende wensen en ambities van steeds weer andere groepen en individuen, met eigen leefstijlen en gedragspatronen, in zich op te nemen. Ze zijn, met andere woorden, in staat om te evolueren in de tijd. Dit uitgangspunt ligt ten grondslag aan de studie van Kornelia Dimitrova. Ze deed onderzoek naar de ruimtelijke toekomst van GGzE op landgoed De Grote Beek en ontwikkelde verschillende ‘open’ speculatieve scenario’s. Met deze studie promoveerde Dimitrova onlangs aan de TU/e.

In 1918 opende het ‘Rijks Krankzinnigengesticht’ in wat toen nog de gemeente Woensel was. De jaren daarvoor waren diverse gebouwen op het terrein verrezen. Deze werden ontworpen door rijksbouwmeester J.A.W. Vrijman (1865-1954). De zorginstelling is opgezet als een buitenplaats, een zelfvoorzienende dorpse enclave in een weelderige, bosrijke, landschandelijk setting. Gedurende de jaren die volgden werd het landgoed van 117ha regelmatig uitgebreid en verbouwd. Er verrezen onder meer een kerk, een ketelhuis, maar ook een begraafplaats en andere behandel- of recreatiegebouwen.

Patiënten werkten mee aan het onderhoud van de paden en tuinen, op de boerderij en in de keukens en tuinen voor de voedselvoorziening. Ze werden ook aan het werk gezet in de eigen wasserij, in de schoenmakerij, mattenmakerij, kleermakerij en naaikamer in ruil voor rookwaar en versnaperingen. Daarmee speelt het landgoed al vanaf het begin ook een belangrijke rol in het zingevings- en herstelproces van de patiënten. Dat is ook nu nog zichtbaar op het terrein. Er wordt door patiënten onder meer therapeutisch voedsel verbouwd en her en der worden de resultaten van creatieve workshops tentoongesteld.

In 2007 oriënteerde de zorginstelling zich op de toekomstige gebruiksmogelijkheden van het terrein. De aanleiding vormde de formulering van nieuwe doelstellingen en ambities, maar een verkenning van de positie van GGzE ten opzichte van de gemeentelijke visie Landelijk Strijp waar landgoed De Grote Beek deel van uitmaakt. GGzE nodigde met woningcorporatie Trudo Tarra architectuur & stedenbouw en MTD landschapsarchitecten uit een masterplan te ontwikkelen. Hierin zijn drie delen onderscheiden: een noordelijk, meer ‘gesloten’ deel, het ‘besloten’ middendeel, en het ‘open’ zuidelijke deel. Het noordelijke deel blijft gereserveerd voor de bestaande intensieve zorg. Het middengebied kent een ruimtelijke mix van open en meer besloten gebieden. Het zuidelijk deel is in het masterplan getypeerd als meer ‘open’, met name door de aanwezige weidevelden.

Onlangs is dit masterplan door Tarra en Buro Lubbers geactualiseerd met speciale aandacht voor de wateropgave. Een van de eerste ingrepen is het weer zichtbaar maken van de nu nog ondergrondse Grote Beek. In 2021 wordt gestart met de uitvoering. Daarnaast deden de ontwerpers voorstellen voor de realisatie van het zogenaamde Breinpad. Deze meanderende route over het totale landgoed rijgt tal van natuurensceneringen, uitzichten, zitelementen en waterstromen aaneen. De route stimuleert daardoor reflectie, therapeutische gesprekken en ontspanning. Het pad wordt door bewoners zelf gemaakt met materiaal van het terrein.

Het is een belangrijke ambitie van de zorginstelling om van het landgoed een ‘helende’ en gastvrije omgeving te maken. In deze omgeving worden bruggen geslagen tussen zieke en niet-zieke mensen, tussen onderwijs en zorg, tussen zorg en bedrijfsleven en tussen samenleving en psychiatrie. Het Planetree-concept wordt daarbij als een praktisch instrument ingezet om deze ambitie te realiseren. Planetree is gestoeld op drie pijlers: betere, mensgerichte zorg, een helende omgeving met aangename gebouwen en een gezonde organisatie met gemotiveerde medewerkers.

In deze wirwar aan ontwikkelingen en ambities ging Kornelia Dimitrova aan de slag met haar ontwerpend onderzoek. Het project zocht antwoorden op de vraag hoe Landgoed De Grote Beek de komende 15 jaar kan transformeren naar een duurzame ‘healing environment’. Er was behoefte aan een frisse blik op het landgoed en de mogelijkheden dat dit biedt. Het masterplan van Tarra en Buro Lubbers bleef de basis, maar Dimitrova kreeg de vrijheid om aanpassingen en aanvullingen voor te stellen.

Bij de start van het project definieerde het management van GGzE uiteenlopende doelen die voortkomen uit de reeds geformuleerde ambities, zoals de creatie van een duurzame en helende omgeving en transformatie van het park in een meer open en aantrekkelijk park voor Eindhoven. Daarnaast zou de parkomgeving de woon- en werkgemeenschap mentaal moeten ondersteunen. Voor het zoeken naar betekenisvolle antwoorden zocht Dimitrova naar een overkoepelend verhaal om te kunnen begrijpen wat Landgoed De Grote Beek is en hoe het werkt. Hiervoor interviewde ze medewerkers van GGzE die zich onder meer bezighouden met vastgoedontwikkeling, landschap, veiligheid. Ook leden van de cliëntenraad betrok ze in haar onderzoek.

Daarnaast heeft Dimitrova een studie gemaakt van hedendaagse en historische plannen en documenten. De kennis en inzichten zijn gedocumenteerd in 56 kaarten die een reeks onderwerpen visualiseren, zoals grondwaterstanden, bodemgesteldheid, zichtbaarheid ’s nachts, vastgoedwaarde, distributie van zorgafdelingen, bewegingspatronen op het terrein (vertrek en aankomst), maar ook hoe de opdrachtgever naar het terrein ervaart.

Volgens Planetree-concept heeft een helende omgeving meer te maken met omstandigheden en een proces van verandering dan met een bepaalde vorm. Genezing kost immers tijd. Daarbij past een ‘open’ en ‘lerende’ houding. Het betekent dingen uitproberen, dit evalueren om vervolgens een volgende stap te kunnen zetten. Het streven was daarom niet om te komen tot een definitief plan voor het landgoed in 2035. Hierin voorziet immers het masterplan. Dimitrova wilde vooral een beeld geven van dat ‘open proces’: van uitproberen, evalueren en nieuwe stappen zetten. Bovendien ontdekte Dimitrova dat er behoefte was om de esthetische, ruimtelijke en programmatische impact te visualiseren die de transformatie die De Grote Beek en zijn gemeenschap zou kunnen doormaken. Daarom ‘ontwierp’ ze scenario’s die gericht waren op mogelijke acties en interventies die kunnen worden geïmplementeerd. Daarbij hanteerde ze vier tijdsbestekken (kaders): weken, maanden, jaren en decennia.

Het eerste kader is gericht op het zoeken naar ‘afstemming en verbinding’. Binnen enkele weken kunnen meerdere eenvoudige en betaalbare interventies worden gerealiseerd. Het effect daarvan is dat de beleving van klanten, personeel en bezoekers op korte termijn kan worden verbeterd. Dergelijke ingrepen kunnen openbare voorzieningen omvatten, zoals waterkranen, de beschikbaarheid van fietspompen en koffieautomaten, maar ook tuinmeubilair zoals zonwering en zitplaatsen. Hierdoor wordt de plek vriendelijker voor de medewerkers en cliënten, en gastvrijer voor recreatieve bezoekers.

Daarbij heeft Dimitrova ook gekeken naar het eerder genoemde Breinpad. Ze heeft onderzocht hoe dit als ruggengraat van de healing environment kan functioneren en gekeken hoe dit te verbinden is met het hier en nu. Het pad verbindt de verscheidenheid aan plaatsen tot één verhaal. Dat is nodig omdat De Grote Beek een erg gefragmenteerd terrein is met uiteenlopende aan sferen.

Het tweede kader is gericht op ‘betrekken en initiëren’. Het behelst ingrepen/voorstellen die binnen enkele maanden te realiseren en te testen zijn. Het evenementenprogramma op het landgoed kan bijvoorbeeld binnen deze termijn worden aangepast. Het effect is om de activiteiten te verbinden met de fysieke ontwikkeling van de plek op het landgoed. Op deze manier kunnen ideeën en behoeften van de gemeenschap in de praktijk worden getoetst. Een idee dat Dimitrova voorstelt is een ​​openluchtbioscoopfestival op het landgoed. De benodigde installatie kan langer blijven staan als aanvulling op het culturele programma van het landgoed. Tegelijk is het ook een test om te onderzoeken of een dergelijk festival en de bijhorende fysieke ingreep op termijn een waardevolle aanvulling is. Hetzelfde experiment kan worden gedaan met de zintuiglijke ervaring in het bos. Deze experimenten betrekken zowel de interne als externe gemeenschappen, én ze spelen een rol bij het promoten van het park als helende omgeving.

Over de periode van een paar jaar kunnen bepaalde delen van de interventie worden geëvalueerd: hoe en in welke vorm gaat de instelling door met het evenementenprogramma? Welke interventies zijn succesvol en verdienen een meer permanente plek? Dimitrova vindt het van belang om de GGzE-gemeenschap continu te betrekken bij de ontwikkeling van de helende omgeving. Door deze aanpak wordt de verstorende impact ‘verzacht’ die ingrepen in de fysieke leefomgeving hebben op het dagelijks leven van cliënten en personeel, maar ook op het ecosysteem en de natuur. Bovendien kan de plek voor de nieuwe ontwikkelingen, zoals de (mogelijk) inpassing van tiny houses en de zonneweide, worden besproken en getest.

Het vierde kader kijkt naar transformaties die meer dan tien jaar kunnen duren. Dit omvat de volledige realisatie van het water- en biodiversiteitsplan. In tegenstelling tot fysieke ingrepen die relatief snel kunnen worden uitgevoerd, zijn de aanpassing van het ecosysteem en de groei van een bos natuurlijke processen die tijd en zorg vergen. Dit geldt ook voor het duurzaam tot stand brengen van een helende omgeving en een gemeenschap van mentale kracht.

Daarnaast heeft Dimitrova enkele ook langetermijn-ontwikkelingen inzichtelijk gemaakt, zoals de mogelijkheid om het bestaande spoor te camoufleren of het herontwikkelen van het huidige energienetwerk van de hoogspanningsmasten. Ze wilde daarmee vooral de esthetische en atmosferische impact op de plek visualiseren en deze verbinden met het overkoepelende verhaal van de helende omgeving.

De analyses en kaders zijn door Dimitrova gedocumenteerd in het Playbook for healing environments. Dit heeft ze eind 2020 onder meer aangeboden aan het managementteam van GGzE. Dit reageerde uiterst positief en werkt momenteel al enkele ideeën verder uit tot praktische projecten. Daarnaast kan het materiaal de instelling ook helpen om de plannen om De Grote Beek te laten functioneren als een helende omgeving te delen met een breder publiek. De landschappelijke collages die Dimitrova maakte vormen daarbij een belangrijke inspiratie. Deze maken de ontwikkeling inzichtelijk, terwijl ze tegelijkertijd de uiteenlopende perspectieven van belanghebbenden bespreekbaar maken.

Op dit moment maakt Dimitrova een Nederlandstalige editie van het Playbook en onderzoekt ze hoe het ontwikkelde materiaal kan worden ingezet om GGzE te ondersteunen met het oog op de communicatie van de ruimtelijke ontwikkelingen die de komende jaren zullen plaatsvinden. Communicatie en zichtbaarheid zijn voor GGzE cruciaal. Belangrijke uitgangspunten van het onderzoek van Dimitrova waren immers om de gesignaleerde stigmatisering aan te pakken én om van het park een groen eiland voor geestelijk welbevinden te maken. Tekst: René Erven, met medewerking van Kornelia Dimitrova. Beelden/collages: Kornelia Dimitrova.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je inbox