Al dertig jaar lang brengt het Architectuurcentrum mensen bij elkaar om over de kwaliteit van de gebouwde omgeving te praten. We inspireren, zijn kritisch en staan open voor nieuwe geluiden. We verkennen de toekomst vanuit verschillende perspectieven en bouwen daarbij al dertig jaar actief aan een informeel en lerend kennisnetwerk. En dat is belangrijk, want de opgaven waar Eindhoven en de regio voor staan zijn enorm complex en veelzijdig. Kennis en creatieve verbeelding zijn meer dan ooit van belang.
Van StadBeeld naar Architectuurcentrum: 1985-1995
Als in de loop van de jaren tachtig, na jaren van recessie, de economie weer opleeft, ontstaan er optimistische bouwprojecten waarmee tal van Nederlandse steden zich op de kaart zetten. De overheid geeft daarbij veel ruimte aan commercieel initiatief en in het kielzog daarvan ontstaan steeds vaker discussies over de architectonische kwaliteit van deze projecten. Vanuit deze brede maatschappelijke en publieke belangstelling voor architectuur zien vanaf 1986 steeds meer initiatieven het daglicht. In 1986 wordt de eerste landelijke Dag van de Architectuur georganiseerd en in 1988 kreeg het kersverse Nederlands Architectuurinstituut een eigen gebouw in Rotterdam. In 1989 riep de minister van VROM de Bronzen Bever in het leven: de Rijksprijs voor Bouwen en Wonen die werd toegekend aan opdrachtgevers van kwalitatief hoogwaardige projecten. Deze aandacht voor architectuur en ruimtelijke kwaliteit vormde in 1991 de opmaat naar de eerste architectuurnota Ruimte voor Architectuur, opgesteld door de ministeries van VROM en WVC, waarmee de rijksoverheid gunstige voorwaarden wilde scheppen voor de ‘totstandkoming van architectonische kwaliteit’.
Ook in Eindhoven – volgens televisiepresentator Frits Bom ‘de saaiste stad van Nederland’ – was eind jaren tachtig een levendig gesprek ontstaan over architectuur en het beeld van de stad. De ‘stad van fabrieken en woonwijken’ had nooit echt de noodzaak gevoeld om over een aantrekkelijke stedelijke identiteit na te denken. De plannen voor de ontwikkeling van de Heuvel Galerie en het daarop volgende debat over het behoud van de historische Markt vormden de opmaat naar een levendig gesprek over het stedelijke imago van Eindhoven.
Binnen de gemeente groeide eveneens de aandacht voor het belang van architectuur. Er werden supervisoren aangetrokken voor twee belangrijke binnenstedelijke ontwikkelingen: Teun Koolhaas voor de stationszone en Jo Coenen voor het Smalle Haven-gebied. In 1989 riep de gemeente een tweejaarlijkse architectuurprijs in het leven, de Dirk Roosenburgprijs, die nog steeds door ons wordt georganiseerd. In de loop van 1990 kreeg ook de manifestatie StadBeeld steeds meer vorm. Met het project wilde de gemeente architecten, kunstenaars, critici, onderwijs- en cultuurinstellingen uitdagen om kritisch mee te denken over het ‘beeld’ van de stad Eindhoven. Er werden enkele critici uitgenodigd om bespiegelingen over de stad Eindhoven te schrijven. Hun essays, die in het voorjaar van 1991 werden gepubliceerd onder de titel Verkenningen in de ruimte, maakten veel los, zowel binnen de gemeente als daarbuiten.
De publicatie vormde de smaakmaker voor de manifestatie ‘Eindhoven, glanzende scherven in een zee van groen’, die plaatsvond in het World Trade Centre Eindhoven in de maanden oktober-november 1991. Het evenement bestond uit een expositie, die de planmatig nagestreefde veranderingen in de binnenstad van Eindhoven in de periode 1965-1995 in kaart bracht, én enkele debatten over de kansen voor architectuur in Eindhoven. Hierin werden de Stichting Q en Eindhoven Connectie betrokken. Stichting Q kwam voort uit de Werkgroep Q, een initiatief van bewoners van het Witte Dorp die zich sinds begin jaren tachtig hadden ingezet voor de verbetering van hun wijk. Enkele bewoners wilde met de werkgroep de discussie over de ruimtelijke kwaliteit van Eindhoven bevorderen en stimuleren. Het andere initiatief, Eindhoven Connectie, ontstond in 1991. De betrokken architecten debatteerden over architectuur en de ruimtelijke ontwikkeling van Eindhoven, en organiseerden ook regelmatig excursies.

Bert Dirrix, architect en voormalig voorzitter van Architectuurcentrum Eindhoven, aan het woord tijdens het Strijp-S debat in 2020.
Doordat de discussies in het World Trade Centre goed werden bezocht en gewaardeerd voelde Stichting Q zich gesterkt om het initiatief voort te zetten en startte in 1992 met het zogenaamde Qafé in film- en theaterhuis Plaza Futura. De oude Plaza, een filmtheater dat dateerde uit 1955, was begin jaren negentig door de Eindhovense architecten Bert Staal en Harry de Beer verbouwd tot een populair cultureel centrum met café, twee bioscoopzalen en een kleine theaterzaal. Het bleek ook de uitgelezen plek om de Qafé-bijeenkomsten te gaan organiseren. De eerste bijeenkomst vond plaats op 6 april 1992 en had als onderwerp: de herbestemming van het lege Philipscomplex aan de Emmasingel. Een complex dat we nu kennen als de Witte Dame.
Binnen het bloeiende, culturele ontwerpklimaat in Eindhoven ontstonden steeds meer initiatieven. Het Vormgeversoverleg werd geïnitieerd door alumni van de Design Academy, een initiatief dat zou uitgroeien tot de Dutch Design Week, in Helmond werd er regelmatig een architectencafé georganiseerd en op tal van plekken in de regio vonden uiteenlopende exposities plaats. Er ontstond behoefte aan coördinatie. Gesprekken hierover tussen de gemeente Eindhoven, BNA, de Rijksgebouwendienst, TU/e, Vloer e/Cheops, Stichting Q, Eindhoven Connectie, Mottalab, de Design Academy, architectencafé Helmond en de VVV vormden de opmaat naar de oprichting van Stichting Architectuurcentrum Regio Eindhoven op 8 december 1995.

Architect Winy Maas was diverse keren te gast bij het centrum, hier in 2018 op het VDMA-terrein
De Witte Dame: 1998-2009
In 1998 verhuisde de kersverse instelling naar de Witte Dame, de inmiddels herontwikkelde Philipsfabriek aan de Emmasingel. Samen met de stichting MU en enkele culturele instellingen ging het Architectuurcentrum op deze plek diverse activiteiten ontplooien, waaronder spraakmakende exposities en lezingen. In 1999-2000 participeerde Architectuurcentrum Eindhoven in de manifestatie Eindhoven 2000+ (E+), een initiatief van het comité overheid-bedrijfsleven met als voorzitter toenmalig burgemeester Rein Welschen (1941-2013).
E+ werd uitgevoerd door Philips Design in samenwerking met de TU/e, de Design Academy, MU en het Van Abbemuseum. In de inleiding van de afsluitende publicatie schreef Welschen dat het tijd werd om ‘met nieuw elan de stad van de 21e eeuw vorm te geven.’ Eindhoven 2000+ is te zien als een reactie op de economische malaise van de jaren negentig, toen zich enorm donkere wolken boven Eindhoven hadden samengepakt. In 1993 ging DAF failliet en balanceerde Philips op de rand van de afgrond.
Uitgangpunt van dit studieproject was hoe technologie, design en kunst de drie pijlers onder het Eindhoven van de toekomst kunnen worden. De architecten Alessandro Mendini (1931-2019), Andrea Branzi (1938-2023) en Peter Eisenman werden uitgenodigd en gekoppeld aan Eindhovense architectuur- en designstudenten. Samen ontwikkelden ze visies voor de Ring, de Strijp-zone en het Stationsgebied, zones die inmiddels een belangrijke rol spelen in de ruimtelijke toekomst van Brainport Eindhoven. De resultaten van de studie waren in juni 2000 te zien in de expositieruimte van de Witte Dame en in de Openbare Bibliotheek.
In 2005 deed de expositie SuperVillage niet alleen heel wat stof opwaaien, het project verkende een nog steeds uiterst actueel thema. Op uitnodiging van Architectuurcentrum Eindhoven onderzochten gastprogrammakers Florian Boer (1969-2022), Theo Hauben, Marco Vermeulen welke ruimtelijke kwaliteiten van de regio kunnen worden ingezet om aantrekkelijk te zijn voor internationale kenniswerkers. Immers, het aantrekken van dit intellectuele kapitaal is cruciaal om te overleven in de competitieve internationale wereld van hightech bedrijvigheid. Volgens de ontwerpers wordt het succes van Brainport voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van leven die wordt geboden:
‘Succesvolle innovatieve regio’s in Europa en de Verenigde Staten afficheren zich zonder uitzondering nadrukkelijk met de vaak kapitale landschappen waarin ze gelegen zijn. Wil Brainport slagen, dan moet naast kennisinfrastructuur, vooral in een aantrekkelijk woonlandschap worden geïnvesteerd.’
Dit uitgangspunt koppelden Boer, Hauben en Vermeulen aan de enorme opgave om de Brabantse landbouw te reorganiseren, een opgave die anno 2025 niet aan actualiteit heeft ingeboet. Met het transformeren van stallen en landbouwgronden kan een nieuw cultuurlandschap ontstaan, waarin ook de landelijke woonidylle kan worden gerealiseerd. De enorme maquette van dit nieuwe, groene woonlandschap riep heel wat discussie op, en dat was natuurlijk ook de bedoeling. Het voorstel wakkerde bovendien gesprekken aan over de aantrekkelijkheid van Brainport als vestigingsmilieu en zette daarmee ook de ambities van de Brainport op scherp.

Architect en gastprogrammamaker Eric Frijters tijdens de presentatie van SUM in Natlab, 2023
Met de expositie Hi Five, Hi in 2006 zoomden we kritisch in op het veranderende stadsilhouet van Eindhoven. Juist in de jaren daarvoor waren er enkele spraakmakende hoogbouwprojecten gerealiseerd: de Kennedytoren, de Regent, de Vestedatoren, Porthos bij Winkelcentrum Woensel en de Admirant. In aanvulling op deze projecten toonde de expositie de plannen voor vijf Eindhovense herontwikkelingslocaties, die de opmaat waren voor diverse stadsgesprekken rond deze thematiek in 2007.
Vanaf 2008 kreeg de architectenbranche, door de wereldwijde kredietcrisis, harde klappen te verduren. De crisis had een grote impact op de vele Eindhovense architectenbureaus. Het aantal opdrachten daalde enorm, met grote gevolgen. Het aantal faillissementen in de bouw explodeerde, de architectuursector kromp en honderdduizenden werknemers en zelfstandigen verdwenen uit de bouw. Ook had de crisis grote gevolgen voor de architectuurcultuur. Het Nederlands Architectuurinstituut fuseerde met andere designplatforms tot één sector-ondersteunende instelling: het Nieuwe Instituut. Tegelijk verschraalde vanaf 2011 het subsidielandschap, mede doordat het Stimuleringsfonds voor Architectuur opging in het nieuwe Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie. Voor het Architectuurcentrum was steeds minder budget beschikbaar voor de ontwikkeling van groots opgezette exposities.

Stedenbouwkundige Riek Bakker in 2024 geïnterviewd door Patrick van der Klooster tijdens een debat in het stadhuis, georganiseerd samen met de gemeente en Het Nieuwe Instituut
Naar Strijp-S: 2009
In 2009 verhuisde het Architectuurcentrum naar het Klokgebouw op Strijp-S, het voormalige Philips bedrijfsterrein dat aan de vooravond van een grootse transformatie stond. We waren betrokken bij de eerste rondleidingen door de toen nog lege fabrieksgebouwen op het terrein, en maakten een begin met het debat over de toekomst van het gebied. In de publicatie De ontphilipste stad, die het Architectuurcentrum samen met de Technische Universiteit Eindhoven in 2009 uitgaf, stelt auteur Kees Doevendans dat Eindhoven zich zou kunnen ontwikkelen tot ‘een laboratorium voor architectuur van het postindustriële.’ Opvallend genoeg ging in 2009 ook de tweejaarlijkse gemeentelijke architectuurprijs, de Dirk Roosenburgprijs, naar twee herbestemmingsprojecten: de Hangar en de Lichttoren. Hierover schreef de jury in het juryrapport:
‘Het zou kunnen dat architecten en opdrachtgevers – niet alleen in Eindhoven maar ook in het algemeen – nog zoeken naar expressieve manieren om nieuwbouw op niveau te laten corresponderen met de sterke identiteit en verschijningsvorm van bestaande gebouwen uit het verleden. De scheidslijn tussen nieuwbouw die de oudbouw overschreeuwt en nieuwbouw die zich daaraan ondergeschikt maakt, kent vele nuances die nog maar ten dele zijn geëxploreerd.’
Deze observatie was aanleiding voor een onderzoek naar opmerkelijke herbestemmingen van industriële gebouwen binnen een straal van 100 kilometer. Dit mondde uit in de expositie Transformaties in gebouw Vertigo op de TU/e Campus. In 2014 verhuisde het Architectuurcentrum wederom, nu naar het monumentale Natlab, ook op Strijp-S, een plek met verschillende zalen voor lezing, debat én met expositiemogelijkheden.
Op 5 januari 2015 formuleerde toenmalig burgemeester Rob van Gijzel in zijn nieuwjaarstoespraak de ambitie om Eindhoven te laten groeien naar 300.000 inwoners. Eindhoven profiteert van de wereldwijde aantrekkingskracht van Brainport, maar de stad heeft volgens Van Gijzel nog onvoldoende stedelijke allure. Bovendien ontvangt een stad met een bevolkingsomvang van 220.000 onvoldoende belasting om de grootstedelijke voorzieningen in stand te houden. Van Gijzel:
‘De structurele en duurzame oplossing voor dit probleem is in mijn ogen de compacte stad. In de binnenstad moeten we hoger bouwen en grootstedelijke voorzieningen creëren. Musea, theaters, vernieuwende tentoonstellingen, horeca – alles wat een stad tot een aantrekkelijke plek maakt. Ik hoop op permanente hijskranen in de stad.’
Zijn toespraak maakte veel los en voedde het gesprek over de ruimtelijke toekomst van de stad. Hoe gaat Eindhoven er als compacte stad uitzien? Waar gaat die verdichting plaatsvinden? Wat zijn andere ruimtelijke opgaven in Eindhoven die aandacht behoeven? Vragen die ter sprake kwamen tijdens diverse stadsgesprekken en die de opmaat vormden voor het meerjarenprogramma Destination EIN, dat we in 2017 startten. De afkorting EIN is de internationale airportcode van Eindhoven, en daarmee de bestemming van de vele kenniswerkers hier een nieuw bestaan opbouwen.

Architect en gastprogrammamaker Violette Schönberger aan het woord tijdens het ACE-diner in 2023
Tegelijkertijd agendeerde het Architectuurcentrum de impact van de bouwkolom op het milieu, en startte, ook in 2017, een serie debatten onder leiding van Jos Lichtenberg over de uitdaging en noodzaak om de bouw circulair te maken. De directe aanleiding om deze problematiek te agenderen was de lancering in 2016 van het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’.
In het kader van Destination EIN verkenden we de twee snelheden in de stad: de snelheid van de dynamische Brainport en de snelheid van de sociaal zwakkeren in de stad. Een thema dat aan actualiteit eveneens niets heeft ingeboet, gezien de groeiende kloof tussen de ‘haves’ en ‘have nots’ in deze samenleving. Een kloof die met name groeit in economisch sterke steden met een hightech industrie. Stadsdeel Woensel bleek een gebied dat meer aandacht verdiende, en dus gingen we de wijk in. In Woensel, grotendeels gerealiseerd in de wederopbouw, wonen niet alleen veel kwetsbare groepen, het stadsdeel stond destijds ook aan de vooravond van een broodnodige vernieuwingsimpuls. Met enkele bewoners van de Woenselse Generalenbuurt gingen we in gesprek en verkenden we de toekomst van hun wijk.
Begin 2019 startte onderzoek- en ontwerpbureau Studio 1:1 in opdracht van Architectuurcentrum Eindhoven met een inventariserend en ontwerpend onderzoek. Dit resulteerde in het rapport Kansen in transformatiewijken, dat november 2019 werd gepresenteerd. De resultaten van deze studie vormden de opmaat voor een verdiepende analyse naar de kansen om de buurt toekomstbestendig te maken op het gebied van energietransitie en klimaatadaptatie. Deze studie werd begeleid door gastprogrammamaker Thijs van Spaandonk. Zijn bevindingen zijn in 2015 gedocumenteerd in de publicatie Gesprekken, vormen Eindhoven.
De finale van dit project kreeg door de wereldwijde coronapandemie niet de aandacht die het verdiende. Het coronavirus legde het maatschappelijk leven grotendeels stil en we werden geconfronteerd met de enorme impact van onze moderne levensstijl op de planeet. De crisis prikkelde een wereldwijde herbezinning op onze manier van leven (wonen, werken, consumeren) en hoe we dat willen vormgeven. Die nieuwe werkelijkheid onderstreepte de noodzaak van inhoudelijke reflectie en dialoog.

Stedenbouwkundige Joachim Declerck te gast in het kader van Destination EIN. Hij agendeerde onder meer de twee snelheden van Eindhoven.
Sinds onze oprichting werken we ook met tal van andere instellingen in Eindhoven nauw samen. Met de gemeente organiseerden we gesprekken over de stationslocatie, het VDMA-terrein en de verdichtingsopgave van het centrum. Samen met de Dutch Design Foundation en de gemeente gaven we in 2020 vorm aan De Eindhoven Sessies: vier dialogen over de grote uitdagingen van de stad.
In 2019 ontvingen we de Italiaanse architect Stefano Boeri in Natlab, tijdens een event dat we in samenwerking met de Dutch Design Foundation organiseerden. Hij ontwierp de Trudo Toren op Strijp-S en onderstreepte tijdens de bijeenkomst de noodzaak om steden te vergroenen. Een oproep die we samen met Trefpunt Groen, De Henri Van Abbestichting en de Stichting Wederopbouwerfgoed in 2024 serieus hebben onderzocht in een driedelig lezingenprogramma met de titel Licht op rood, licht op groen. Inmiddels werken we sinds kort weer intensiever samen met de TU/e. Samen organiseerden we in 2025 een aantal Engelstalige Exhibition Talks als onderdeel van de lopende exposities in het Vertigo-gebouw.
De groei en de nieuwe werkelijkheid
In die nieuwe werkelijkheid worstelen we niet alleen met de vraag hoe we met de enorme groei moeten omgaan die de regio inmiddels doormaakt, maar worden we ook geconfronteerd met de impact van het klimaat en de beperkte ruimte die we ter beschikking hebben. We lopen letterlijk tegen grenzen aan. Er is behoefte aan nieuwe, stimulerende vergezichten. In 2022 nodigden we daarom Eric Frijters als gastprogrammamaker uit. Hij verkende het concept Smart Urban Mix: het combineren/stapelen van de functies wonen, produceren en leren. Zijn bijdrage leverde boeiende gesprekken op over de betekenis van werken én produceren voor de stad én voor Eindhoven. In het kielzog van het lezingenprogramma zijn we ook een ontwerpend onderzoek gestart, dat door het Stimuleringsfonds van de Metropoolregio Eindhoven financieel werd ondersteund. Tijdens de Dutch Design Week 2023 was in Natlab de afsluitende expositie te zien, met een grote maquette van de herontwikkeling van bedrijventerrein De Run in Veldhoven.

Architect Sanne van Manen verzorgde in 2023 de Dirk Roosenburglezing.
De inbreiende stad was ook het thema van gastprogrammamaker Violette Schönberger waarmee we in 2022-2023 een groot aantal bijeenkomsten vormgaven. Haar programma heette ‘gezonde verdichting’. In haar optiek is de stad – en zeker een gezonde stad – méér dan een serie van technische en ruimtelijke oplossingen. De stad is volgens haar juist een cultureel geheel, waarbinnen een cultureel-ruimtelijke ervaring, gedeelde belevingen van bewoners en de poëtische kant van gebouwen en de waarden die zij vertegenwoordigen een grote rol spelen. In haar lezingen ging ze in op de vraag wat verdichting betekent voor de beleving van de inwoners van de stad, en dan in het bijzonder voor Eindhoven? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat een verdicht Eindhoven ook een beter, gezonder Eindhoven wordt? In haar afsluitende essay concludeerde dat de vraagstukken waar een stad als Eindhoven voor staat niet kunnen worden opgelost met de geijkte methoden. Er is volgens haar ‘enige mate’ van systeemverandering nodig:
‘Financieringsmodellen, ontwikkelprocessen en sturingsmechanismen uit de 20e eeuw, waarin stadsontwikkeling voornamelijk stadsuitbreiding betekende, zijn lang niet altijd effectief in de complexe, hoogstedelijke context van een bestaande stad. Inbreiding, klimaatverandering, rechtvaardigheid en de samenhang van de stad op lange termijn zijn geen thema’s die je kunt overlaten aan ontwikkelaars en beleggers met belangen op de (zeer) korte termijn of aandeelhouders die gefixeerd zijn op return-on-investment.’

Architect en voormalig supervisor Kees Christiaanse tijdens een lezing in Natlab, 2015.
Ambitie: meerjarenprogramma: 2025-2027
De aankondiging van chipmachinefabrikant ASML in 2024 om in de regio Eindhoven te verdubbelen in omvang, een toename van 20.000 banen, kleuren de gesprekken van het Architectuurcentrum. De plannen om als regio meer woningen toe te voegen stapelen zich op. Daarnaast wordt ook flink geïnvesteerd in de bereikbaarheid van de regio. Niet alleen de stad Eindhoven groeit, maar ook de dorpen in de schaduw van Eindhoven en de meer perifere gebieden in de regio ervaren gevolgen van de groei.
Op uitnodiging van het Architectuurcentrum verkende Anne Seghers in 2024-2025 de impact van die regionale groei. Ze stelde vast dat er een veelheid aan formele en informele samenwerkingen te vinden is in de regio, die opvallend genoeg – of logischerwijs – georganiseerd zijn langs de lijnen van de geldstromen. Daarmee rijst de vraag of de regio op deze manier toegroeit naar een toekomst die ook past bij de identiteit. Hoe wordt er nagedacht over het huisvesten van de grote groep nieuwkomers die verwacht wordt met de groei van de regio – zeker nu die steeds vaker ook buiten de stad Eindhoven naar een woning zoeken, vroeg zij zich af:
‘En, hoe is deze opgave anders voor de stad Eindhoven dan voor de kleinere dorpen daar omheen? Heeft de regio juist niet ook een visie nodig op het sociaal-maatschappelijke aspect van deze groei: een visie op het met elkaar samenleven?’
Deze vragen staan de komende drie jaar centraal bij Architectuurcentrum Eindhoven. Met Anne Seghers hebben we een vliegende start gemaakt: met drie uitverkochte bijeenkomsten in Natlab is de basis gelegd voor een lerend kennisnetwerk in de regio. De komende jaren blijven we die groeiopgave kritisch volgen, bevragen en duiden, met een finale in 2027.
Door de enorme dynamiek in deze regio is het belang van een kritisch en open gesprek tussen zowel professionals als bewoners is actueler dan ooit. Als Architectuurcentrum Eindhoven hechten we sterk aan journalistieke onafhankelijkheid en willen, als open én inhoudelijk platform, kritisch ruimtelijke thema’s blijven agenderen. Die kritische en onafhankelijke positie spreekt aan. De bijeenkomsten in Natlab worden goed bezocht en gewaardeerd. We hebben bovendien de afgelopen jaren een groeiend aantal sponsors aan ons weten te binden, die onze inhoudelijke koers onderschrijven. Samen met de substantiële bijdrage van de gemeente Eindhoven staan we er financieel gezond voor om de komende jaren de actuele ruimtelijke thema’s te blijven agenderen en te bouwen aan ons lerend kennisnetwerk binnen de gehele Brainportregio.
René Erven
Tekst: René Erven. Foto’s bijeenkomsten: Bas Gijselhart/Jasper Scheffers
Afbeelding inzet: Dag van de Architectuur: Eindje omhoog 2024. Foto: Mitchell van Eijk
Datum: 14 oktober 2025